.. ***************************** Module Header ******************************* .. .. Module Name: xwlannld.inc .. .. Wireless LAN Monitor help source include file .. Requires HyperText/2 package to compile .. .. Copyright (c) WLan Project 2003 .. .. $Id: xwlannld.inc,v 1.21 2009-11-13 12:50:04 cla Exp $ .. .. =========================================================================== .. .. This file is part of the WLan Project and is free software. You can .. redistribute it and/or modify it under the terms of the GNU General .. Public License as published by the Free Software Foundation, in version 2 .. as it comes in the "COPYING" file of the WLan Project CVS tree. .. This program is distributed in the hope that it will be useful, but WITHOUT .. ANY WARRANTY; without even the implied warranty of MERCHANTABILITY or .. FITNESS FOR A PARTICULAR PURPOSE. See the GNU General Public License .. for more details. .. .. *************************************************************************** .an IDPNL_MAIN .res 1 . Dit is de online help van [=TITLE]. Dit programma biedt de volgende mogelijkheden: .ul compact - het volgen van de status van uw draadloze LAN verbinding - ondersteuning van meerdere verbindingsprofielen, die ge‰xporteerd en ge‹mporteerd kunnen worden - optioneel de configuratie van de TCP/IP interace van het draadloze LAN apparaat - automatische [.IDPNL_CONFIGURE_PROFILESCAN verbindingsscan] bij het opstarten - ondersteuning van WEP [.IDPNL_CONFIGURE_SECURITY versleuteling] - ondersteuning van WPA en WPA2 [.IDPNL_CONFIGURE_SECURITY versleuteling] gebruik makend van [http://hostap.epitest.fi WPA Supplicant], voor [.IDPNL_PREREQUISITES GenMac] compatibele draadloze LAN apparaten - automatische generatie van WEP sleutels - [.IDPNL_HOTSPOT detectie] van publieke draadloze LANs - uitvoeren van een [.IDPNL_CONFIGURE_SCRIPT script] tijdens het verbinden/verbinding verbreken [=TITLE] is zowel beschikbaar als een XCenter Widget als een zelfstandig programma. Als ofwel *xWorkplace* of the OEM-versie *eWorkplace* (onderdeel van *eComStation V1.1* of nieuwer) ge‹nstalleerd is, wordt het gebruik van de XCenter widget aanbevolen vanwege de betere integratie met de gebruikersinterface. [=TOPICS] .su 1 .. ################ .include copyright.nld .. ################ .. ---------------------------------------- .2 Vereisten .. ---------------------------------------- .an IDPNL_PREREQUISITES . De volgende vereisten zijn van toepassing op de huidige versie van [=TITLE] .ul - *OS/2 Warp 4* of nieuwer - *xWorkplace* of *eWorkplace* (OEM-versie als onderdeel van *eComStation*) - ISC DHCP client (dhclient.exe) in a directory which is in your PATH statement. Install with 'yum install dhclient' (http://rpm.netlabs.org/release/00/i386/i386/dhclient-3.1-2.oc00.i386.rpm. Maybe http://download.smedley.info/Dhcp-client-preview2.zip works too, but is not tested) De volgende vereisten zijn van toepassing op het gebruik van [.IDPNL_CONFIGURE_SECURITY WPA- en WPA2 versleuteling] met de [http://hostap.epitest.fi WPA Supplicant], dat onderdeel is van [=TITLE]: .ul - WPA Supplicant 2.0. The included version is from Paul Smedleys package - http://os2ports.smedley.id.au/index.php?page=wpa-supplicant wpa__supplicant.exe must reside in the directory where the xwlan **.dim files are installed. Usually \xworkplace\plugins\xcenter\xwlan\ respectively in the directory where wlanstat.exe is installed. - GenMac [=__WPA_GENMAC_MINVERSION_LIT__] - Runtime Library [=__WPA_REQUIRED_LIBC_VERSION__] van de Innotek GCC compiler [=__WPA_REQUIRED_LIBC_GCCVER__] . Deze bibliotheek wordt automatisch ge‹nstalleerd bij eComStation [=__WPA_REQUIRED_LIBC_ECSINST__] of nieuwe. Voor OS/2 en oudere versies van eComStation dient u [ftp://ftp.netlabs.org/pub/libc/libc-0.6.5-csd5.zip runtime DLL] from Netlabs RPM repository 'yum install libc' te installeren in ‚‚n van de directories die voorkomen in het LIBPATH uit de config.sys. .. ---------------------------------------- .2 Installatie .. ---------------------------------------- .an IDPNL_INSTALL . [=TOPICS] .su V30 u 1 .. ---------------------------------------- .3 installeren [=BASETITLE] .. ---------------------------------------- .an IDPNL_INSTALL_WIDGET . Het programma komt met de volgende bestanden .pl compact break=none tsize=15 bold - instwgt.cmd = installatie programma van de XCenter Widget - instexe.cmd = installatie programma van het zelfstandige programma - setlang.cmd = programma om [.IDPNL_INSTALL_NLS de gebruikte taal te bepalen] - readme.cmd = script om de online helpbestanden te starten - file__id.diz = bundel beschrijvingsbestand - xcenter\** = subdirectory met programma, script en helpbestanden Pak deze bundel uit in een lege directory en voer ofwel *instwgt.cmd* ofwel *instexe.cmd* uit om [=TITLE] te installeren als xCenter Widget of als zelfstandig programma. Als ofwel *xWorkplace* of the OEM-versie *eWorkplace* (onderdeel van *eComStation V1.1* of nieuwer) ge‹nstalleerd is, wordt het gebruik van de XCenter widget aanbevolen vanwege de betere integratie met de gebruikersinterface. .at fc=red [=NOTE] .ul compact - het wordt ten zeerste afgeraden om waardes in te stellen voor de TCP/IP interface van de draadloze LAN apparaten binnen het *TCP/IP configuratie programma*, maar hiervoor alleen het [.IDPNL_PROFILEPROPERTIES_PAGETCPIP instellingennotitieblok van een verbindingsprofiel] te gebruiken. .at .. ---------------------------------------- .3 National Language Support .. ---------------------------------------- .an IDPNL_INSTALL_NLS . De huidige bundel bevat National Language Support voor de Engelse, Duitse, Zweedse en Nederlandse taal. De gebruikte taal wordt gekozen op basis van de taal van uw besturingssysteem. Als de taal van het besturingssysteem niet ondersteund wordt door [=TITLE] wordt Engels als standaard taal gebruikt. Als de taal van het besturingssysteem nog niet ondersteund wordt door [=TITLE] of niet geschikt is voor u, dan kunt u de taal instellen door het uitvoeren van het programma *setlang.cmd*. Voer deze uit met de volgende parameters: .pl bold tsize=3 - = laat de huidig gebruikte taal zien - ** = stelt [=TITLE] in om de standaard taal (Engels) te gebruiken. - #xxx# = geeft de identificatie van de te gebruiken taal op. . Geldige identificaties zijn: eng deu sve ita nld .. ---------------------------------------- .2 Gebruik .. ---------------------------------------- .an IDPNL_USAGE . [=TOPICS] .su V30 u 1 .. ---------------------------------------- .3 Monitor Status Weergave .. ---------------------------------------- .an IDPNL_STATUS . Dit zijn de status symbolen die getoond worden binnen [=TITLE] (afhankelijk van de schermresolutie kunnen de getoonde symbolen afwijken van die hier getoond worden). Deze symbolen [.IDPNL_CHANGEBITMAPS kunnen vervangen worden] door gebruiker bepaalde symbolen.. .pl break=none tsize=5 - .bi wlan-nocard.bmp = geen WLAN kaart ingevoerd - .bi wlan-nodriver.bmp = geen WLAN apparaat stuurprogramma ge‹nstalleerd - .bi wlan-disabled.bmp = radio is uitgeschakeld - .bi wlan-ipdisabled.bmp = TCP/IP interface is uitgeschakeld - .bi wlan-nonet.bmp = verbonden, maar buiten bereik - .bi wlan-searching.bmp = zoekend naar een verbinding met het huidige verbindingsprofiel - .bi wlan-scanning.bmp = zoekend naar een verbinding met het huidige verbindingsprofiel, schakelend naar het volgende verbindingsprofiel (opgenomen in de scan) na een door de gebruiker bepaalde tijdsperiode. - .bi wlan-configuring.bmp = configureren van de IP interface . (dit kan langer duren als u DHCP gebruikt) - .bi wlan-script.bmp = uitvoeren van het script bij het verbinden/verbreken van de verbinding - .bi wlan-100.bmp = verbonden, 81 tot 100% signaal - .bi wlan-80.bmp = verbonden, 61 tot 80% signaal - .bi wlan-60.bmp = verbonden, 41 tot 60% signaal - .bi wlan-40.bmp = verbonden, 21 tot 40% signaal - .bi wlan-20.bmp = verbonden, 1 tot 20% signaal - .bi wlan-nodataaccess.bmp = Toegang geweigerd, want [=TITLE] is al actief .. ---------------------------------------- .3 Muisacties .. ---------------------------------------- .an IDPNL_MOUSEACTIONS . [=TITLE] ondersteunt de volgende muisacties: .ul - een klik met muisknop twee op de widget zal het context menu starten - een dubbelklik met muisknop ‚‚n op de widget zal de actie starten die opgegeven is op de [.IDPNL_PROPERTIES_PAGEMOUSE] pagina van het [.IDPNL_PROPERTIES instellingennotitieblok]. - het verplaatsen van de muisaanwijzer boven de widget zal een helpwolkje met tekst laten zien, inclusief de huidige status van de widget en het geselecteerde draadloze LAN apparaat. Het draadloze LAN apparaat kan geselecteerd worden op de [.IDPNL_PROPERTIES_PAGEDEVSELECT] pagina van [=TITLE] zijn [.IDPNL_PROPERTIES instellingennotitieblok] In aanvulling hierop kan het venster van het [.IDPNL_EXEOPTIONS zelfstandige programma] verplaatst worden met muisknop ‚‚n. .. ---------------------------------------- .3 Monitor eigenschappen .. ---------------------------------------- .an IDPNL_PROPERTIES .res 100 . Het instellingennotitieblok van [=TITLE] bevat de volgende pagina's: .su 1 H50 .. ---------------------------------------- .4 [=IDT_IDDLG_PROPERTIES_PAGERADIO] .. ---------------------------------------- .an IDPNL_PROPERTIES_PAGERADIO .res 99 . Deze pagina van de [=TITLE] instellingennotitieblok bepaalt de radio eigenschappen: .pl [=PARMLIST_PARMS] - [=IDT_IDTXT_RADIOSTARTUP] = selecteert de te nemen actie bij het opstarten van het programma .. ------------------ .pl [=PARMLIST_PARMS] - [=IDT_IDSTR_RADIOPROFILE] = selecteer deze optie om [=TITLE] de radio alleen te activeren als het actief was bij de vorige keer afsluiten van het programma. Een mogelijke uitschakeling door de optie *[=IDT_IDCHB_RADIOSHUTDOWN]* wordt daarmee genegeerd. - [=IDT_IDSTR_RADIOON] = selecteer deze optie om [=TITLE] altijd de radio te laten activeren tijdens het opstarten van het programma - [=IDT_IDSTR_RADIOOFF] = selecteer deze optie om [=TITLE] altijd de radio te laten uitschakelen tijdens het opstarten van het programma .el .. ------------------ - [=IDT_IDCHB_RADIOSHUTDOWN] = selecteer deze optie om de radio uit te schakelen bij het afsluiten van het programma .. ------------------ - [=IDT_IDCHB_RADIOSTOP] = selecteer deze optie om de radio uit te schakelen als de verbinding wegvalt of niet opgebouwd kon worden bij het opstarten van het programma .. ------------------ - [=IDT_IDTXT_RADIOSTOPWAIT] = deze eigenschap bepaalt hoeveel minuten er gewacht moet worden zonder verbinding, voordat de radio uitgeschakeld wordt .. ---------------------------------------- .4 [=IDT_IDDLG_PROPERTIES_PAGESCAN] .. ---------------------------------------- .an IDPNL_PROPERTIES_PAGESCAN .res 101 . Deze pagina van het [=TITLE] instellingennotitieblok bepaalt de volgende verbindingseigenschappen voor alle verbindingsprofielen: .pl [=PARMLIST_PARMS] - [=IDT_IDCHB_SCANONSTARTUP] = selecteer deze optie als u wilt dat [=TITLE] de verbindingsprofielen scant voor een verbinding bij het opstarten - [=IDT_IDCHB_SCANONREINSERT] = selecteer deze optie als u wilt dat [=TITLE] de verbindingsprofielen scant voor een werkende verbinding als u (opnieuw) verbinding legt tussen uw systeem en een draadloos LAN apparaat. Deze instelling heeft alleen zin bij verwisselbare draadloze LAN apparaten zoals PCMCIA kaarten of USB apparaten. - [=IDT_IDTXT_SCANINTERVAL] = deze optie bepaalt het aantal seconden dat de [.IDPNL_CONFIGURE_PROFILESCAN verbindingsscan] moet wachten bij het leggen van een verbinding, voordat het volgende verbindingsprofiel gekozen wordt - [=IDT_IDTXT_SCANRETRIES] = deze optie bepaalt het aantal keren van het scannen naar verbindingen. Bij elke poging zal [=TITLE] elk profiel uitproberen waarbij de eigenschap *[=IDT_IDCHB_INCLUDEINSCAN]* aangevinkt is. .at fc=red [=NOTE] .ul compact - Om de scanmogelijkheden te kunnen gebruiken, dient in tenminste ‚‚n verbindingsprofiel *[=IDT_IDCHB_INCLUDEINSCAN]* aangevinkt te zijn. .at .. ---------------------------------------- .4 [=IDT_IDDLG_PROPERTIES_PAGEDEVSELECT] .. ---------------------------------------- .an IDPNL_PROPERTIES_PAGEDEVSELECT .res 102 . Deze pagina van het [=TITLE] instellingennotitieblok bepaalt het te gebruiken apparaat en toont de stuurprogramma versie alsook de mogelijkheden van het stuurprogramma: .pl [=PARMLIST_PARMS] - [=IDT_IDTXT_DRVSELECT] = selecteer ‚‚n van de ge‹nstalleerde stuurprogramma's die de draadloze LAN apparaten in het systeem bestuurt .. ---------------------------------------- .4 [=IDT_IDDLG_PROPERTIES_PAGETCPIP] 1/2 .. ---------------------------------------- .an IDPNL_PROPERTIES_PAGETCPIP .res 103 . Deze pagina van het [=TITLE] instellingennotitieblok bepaalt de eigenschappen van de configuratoe van de TCP/IP interface van het draadloze LAN apparaat: .pl [=PARMLIST_PARMS] - [=IDT_IDCHB_TRIGGERWAN] = selecteer deze optie om [=TITLE], na een draadloze verbinding, direct een verbinding over een WAN poort (internet) te leggen achter de draadloze LAN router. Dit wordt gedaan door het sturen van een DNS verzoek. . Hiermee kan een inbel/DSL verbinding gelegd worden, die anders niet gelegd zou kunnen worden voordat een eerste TCP/IP verzoek verstuurd was vanuit de client kant. Dit wordt alleen aanbevolen als een inbel/DSL verbinding achter de draadloze LAN router geen onnodige kosten geeft, want deze verbinding is direct ‚‚nmalig nodig of verrekend tegen een vast tarief. - [=IDT_IDCHB_EXECSETUP] = selecteer deze optie om delen van de *TCP/IP LAN configuratie* (setup.cmd) uit te voeren, als er geen draadloze LAN verbinding is. . Dit zal de configuratie van TCP/IP interfaces en routes herstellen naar de status van het opstarten van het systeem en is vooral handig voor [.IDPNL_CONFIGURE_SWITCH het schakelen tussen draadloze en vaste verbindingen]. . . Omdat het LAN configuratie script normaliter de standaard route verwijderd, kan dit bij het opnieuw leggen van een verbinding zorgen voor een herconfiguratie van de TCP/IP interface, zelfs als het verbreken van de verbinding veroorzaakt werd door het uitschakelen van de radio (dit schakelt normaliter alleen tijdelijk de TCP/IP interface uit en vereist daarvoor niet een herconfiguratie). .. - [=IDT_IDTXT_CONFLRESOLVE] = selecteert de actie die uitgevoerd moet worden als een TCP/IP adresbereik conflicteert tussen de draadloze en een andere interface .ul compact - [=IDT_IDSTR_CONFLRESOLVE_PROMPT] - [=IDT_IDSTR_CONFLRESOLVE_KEEPWLAN] - [=IDT_IDSTR_CONFLRESOLVE_KEEPOTHER] - [=IDT_IDSTR_CONFLRESOLVE_AUTO] .el .. - [=IDT_IDCHB_GATEWAYNAME] = selecteer deze optie om het TCP/IP adres van de draadloze LAN router toegevoegd te krijgen aan het %ETC%\hosts bestand, als de connectie tot stand gebracht is. - [=IDT_IDTXT_GATEWAYNAME] = geef de naam op die gebruikt moet worden om het TCP/IP adres van de draadloze LAN router toe te voegen aan het %ETC%\hosts bestand - [=IDT_IDCHB_SETLLAADDRESS] = selecteer deze optie om een LLA adres (169.254/16) in te stellen voor de TCP/IP interface van de draadloze netwerk interface, als een draadloze LAN verbinding verbroken wordt. .. ---------------------------------------- .4 [=IDT_IDDLG_PROPERTIES_PAGETCPIP2] 2/2 .. ---------------------------------------- .an IDPNL_PROPERTIES_PAGETCPIP2 .res 1031 . .. ### TODO (remove this comment line after translation) This page of the [=TITLE] properties notebook determines the properties for the configuration of the DHCP client: .pl [=PARMLIST_PARMS] - [=IDT_IDCHB_DHCPCONFIGURE] = select this option to let the [=TITLE] configure the DHCP client. This rewrites the [.IDPNL_CONFIGURE_DHCP DHCP Client configuration file] before every DHCP lease request - [=IDT_IDCHB_DHCPRESETCLIENTDB] = select this option to reset the DHCP Client database before putting a DHCP lease request. In some cases this helps preventing from problems when a DHCP lease cannot be refreshed, and only a new request works - [=IDT_IDCHB_DHCPLOG] = select this option to let the DHCP client create a logfile. Usually you should set this option to let run the DHCP client in the background (detached). If you prefere to see messages from DHCP client in a sperate window instead creating a logfile, leave this option unchecked. - [=IDT_IDTXT_DHCPLOGFILE] = select this option to determine the logfile - [=IDT_IDCHB_DHCPRESETLOG] = select this option to reset the logfile before putting a new DHCP lease request .an IDT_IDCHB_DHCLIENTBEEP - [=IDT_IDCHB_DHCLIENTBEEP] = select this option to get a beep when the connection is established and to activate audible feedback from DHCP client .an IDT_IDCHB_DHIFOVERRIDE - [=IDT_IDCHB_DHIFOVERRIDE] = select this option to override the interface number dhclient should use. This maybe necessary when GENMAC returns a wrong number. For some configurations with Injoy Firewall and VirtualPC switch driver this GENMAC bug was observed. This option can work around this bug. .an IDT_IDTXT_DHIFOVERRIDENR - [=IDT_IDTXT_DHIFOVERRIDENR] = select this option to override the interface number dhclient should use. This maybe necessary when GENMAC returns a wrong number. For some configurations with Injoy Firewall and VirtualPC switch driver this GENMAC bug was observed. This option can work around this bug. .. ---------------------------------------- .4 [=IDT_IDDLG_PROPERTIES_PAGEWPASUPP] .. ---------------------------------------- .an IDPNL_PROPERTIES_PAGEWPASUPP .res 104 . Deze pagina van het [=TITLE] instellingennotitieblok bepaalt de instellingen van de WPA Supplicant. .pl [=PARMLIST_PARMS] - [=IDT_IDCHB_WPASHOW] = selecteer deze optie om [=TITLE] een momenteel verborgen WPA Supplicant te starten of zichtbaar te maken - [=IDT_IDTXT_WPADEBLEVEL] = selecteer het debugniveau voor de WPA Supplicant .ul compact - [=IDT_IDSTR_WPA_DEBUGLEVEL_MSGDUMP] - [=IDT_IDSTR_WPA_DEBUGLEVEL_DEBUG] - [=IDT_IDSTR_WPA_DEBUGLEVEL_INFO] - [=IDT_IDSTR_WPA_DEBUGLEVEL_WARNING] - [=IDT_IDSTR_WPA_DEBUGLEVEL_ERROR] .el .. ---------------------------------------- .4 [=IDT_IDDLG_PROPERTIES_PAGESCRIPT] .. ---------------------------------------- .an IDPNL_PROPERTIES_PAGESCRIPT .res 105 . Deze pagina van het [=TITLE] instellingennotieblok bepaalt de script mogelijkheden van de widget/venster van [=TITLE] .pl [=PARMLIST_PARMS] - [=IDT_IDCHB_ENABLESCRIPTS] = selecteer deze optie om [=TITLE] een [.IDPNL_CONFIGURE_SCRIPT_CMD CMD] of een [.IDPNL_CONFIGURE_SCRIPT_REXX REXX] script uit te voeren bij een verbinden of verbinding verbreken gebeurtenis (na configuratie of deconfiguratie van de TCP/IP interface). Het script moet de naam [.IDPNL_CONFIGURE_SCRIPT_FILES xwlan.cmd] krijgen. - [=IDT_IDTXT_SCRIPTPATH] = geef het pad op van het [.IDPNL_CONFIGURE_SCRIPT_FILES script, invoer en logbestand(en)]. Het aanwezig zijn van de opgegeven directory wordt niet gecontroleerd, maar het dient te bestaan. - [=IDT_IDPBS_BROWSE] = biedt de mogelijkheid voor het selecteren van de script directory - [=IDT_IDPBS_OPEN] = opent de script directory - [=IDT_IDCHB_WAITFORSCRIPTS] = selecteer deze optie om [=TITLE] het script te laten uitvoeren en te wachten tot het klaar is. Het wordt ten zeerste aangeraden om deze optie alleen te deselecteren bij [.IDPNL_CONFIGURE_SCRIPT_ASYNC specifieke omstandigheden]. - [=IDT_IDPBS_EDITSCRIPT] = laad het scriptbestand in de Systeem Editor. . Als het scriptbestand niet bestaat wordt de drukknop uitgeschakeld. - [=IDT_IDPBS_VIEWLOG] = laad het logbestand in de Systeem Editor. . Als het logbestand niet bestaat wordt de drukknop uitgeschakeld. .. ---------------------------------------- .4 [=IDT_IDDLG_PROPERTIES_PAGEMOUSE] .. ---------------------------------------- .an IDPNL_PROPERTIES_PAGEMOUSE .res 106 . .. ### TODO (remove this comment line after translation) This page of the [=TITLE] properties notebook determines the action for the following mouse events: .ul compact - *[=IDT_IDTXT_MB1DBLCLICK]* - *[=IDT_IDTXT_SMB1DBLCLICK]* - *[=IDT_IDTXT_CMB1DBLCLICK]* - *[=IDT_IDTXT_AMB1DBLCLICK]* The following actions can be selected: .. ----------------- .pl [=PARMLIST_PARMS] - [=IDT_IDSTR_MB1DBL_NEXTPRFSCAN] = this lets the widget either .ul compact - switch to the next connection profile, if a connection is active or - activate the [.IDPNL_CONFIGURE_PROFILESCAN connection scan], if for the current profile a connection could not yet be established .el - [=IDT_IDSTR_MB1DBL_NEXTPRF] = switch to the next connection profile. - [=IDT_IDSTR_MB1DBL_ENABLERADIO] = enable or disable the radio - [=IDT_IDSTR_MB1DBL_DISABLETCPIP] = disable or enable the TCP/IP interface ... .. This is useful when you want to switch between the wireless and .. a cabled network interface. - [=IDT_IDSTR_MB1DBL_DLGPROPERTIES] = launch the [.IDPNL_PROPERTIES properties notebook] - [=IDT_IDSTR_MB1DBL_DLGHOTSPOTSCAN] = launch the [.IDPNL_HOTSPOT_SCAN scan dialog]. This dialog is not available for GenPrism style drivers. - [=IDT_IDSTR_MB1DBL_DLGEDITPROFILE] = launch the [.IDPNL_PROFILE profile dialog] .el .at fc=red [=NOTE] .ul compact - If radio is disabled, no connection profile switch or connection scan can be initiated with the mouse. An error beep is generated instead. .at fc ............. previous translated section starts ............. (remove this paragraph after translation) .. .. Deze pagina van het [=TITLE] instellingennotitieblok .. bepaalt de muisacties voor de widget: .. .pl [=PARMLIST_PARMS] .. - [=IDT_IDTXT_MB1DBLCLICK] .. = selecteer de te nemen actie, als er gedubbelklikt wordt met .. muisknop ‚‚n op de widget: .. .. ----------------- .. .pl [=PARMLIST_PARMS] .. - [=IDT_IDSTR_MB1DBL_NEXTPRFSCAN] .. = dit laat de widget ofwel .. .ul compact .. - schakelen naar het volgende verbindingsprofiel, als er een actieve verbinding is of .. - activeert de [.IDPNL_CONFIGURE_PROFILESCAN verbindingsscan], als er voor het huidige .. profiel nog geen verbinding gelegd kon worden .. .el .. - [=IDT_IDSTR_MB1DBL_NEXTPRF] .. = schakel naar het volgende verbindingsprofiel. .. - [=IDT_IDSTR_MB1DBL_ENABLERADIO] .. = activeer of deactiveer de radio .. - [=IDT_IDSTR_MB1DBL_DISABLETCPIP] .. = schakel de TCP/IP interface in of uit .. ... .. .. Dit is handig als u wilt schakelen tussen een draadloze en .. .. een vaste netwerk interface. .. .el .. .. ----------------- .. .. .at fc=red .. [=NOTE] .. .ul compact .. - als de radio uitgeschakeld is, kan er geen verbindingsprofiel schakeling of .. verbindingsscan gestart worden met de muis. Een foutsignaal zal dan gegeneerd worden. .. .at fc .. ...... removed from panel IDPNL_MOUSEACTIONS: .. .. - met de Alt-toets ingedrukt zal het het .. [.IDPNL_PROPERTIES instellingennotitieblok] openen. .. - met de Shift-toets ingedrukt zal het de .. [.IDPNL_PROFILE dialoog] starten. .. - met de Ctrl-toets ingedrukt zal het de .. [.IDPNL_HOTSPOT_SCAN scandialoog] starten. Deze dialoog is .. niet beschikbaar voor de GenPrism type stuurprogramma's. ............. previous translated section ends .. ---------------------------------------- .4 [=IDT_IDDLG_PROPERTIES_PAGEERROR] .. ---------------------------------------- .an IDPNL_PROPERTIES_PAGEERROR .res 107 . Deze pagina van het [=TITLE] instellingennotitieblok bepaalt hoe de gebruiker ge‹nformeerd wordt over fouten: .pl [=PARMLIST_PARMS] - [=IDT_IDCHB_BEEPPROFILEERR] = selecteer deze optie om [=TITLE] een foutsignaal te laten generen, als een geselecteerd verbindingsprofiel niet geactiveerd kan worden - [=IDT_IDCHB_BEEPCONFIGERR] = selecteer deze optie om [=TITLE] een foutsignaal te laten genereren, als een TCP/IP configuratie voor het huidige verbindingsprofiel geselecteerd is en deze configuratie was niet succesvol - [=IDT_IDCHB_BEEPRANGE] = selecteer deze optie om [=TITLE] een foutsignaal te laten genereren bij het buiten of weer binnen het bereik komen .. ---------------------------------------- .4 [=IDT_IDDLG_PROPERTIES_PAGEDISPLAY] 1/2 .. ---------------------------------------- .an IDPNL_PROPERTIES_PAGEDISPLAY .res 108 . Deze pagina van het [=TITLE] instellingennotitieblok bepaalt de weergave opties ven de widget: .pl [=PARMLIST_PARMS] - [=IDT_IDTXT_BITMAPSIZE] = bepaalt de grootte van de statussymbolen .. ----------------- .pl [=PARMLIST_PARMS] - [=IDT_IDSTR_DISPLAY_DEFAULT_16] of . *[=IDT_IDSTR_DISPLAY_DEFAULT_20]* = laat het statussymbool de grootte van de mini pictogrammen zijn. Dit wordt bepaald aan de hand van de schermresolutie en de grootte van het standaard lettertype. Bij sommige beeldscherm stuurprogramma's kan de grootte van het standaard lettertype (en daarmee de grootte van de pictogrammen en mini pictogrammen) aangepast worden door te schakelen tussen kleine en grote lettertypes. - [=IDT_IDSTR_DISPLAY_FORCE_16] = dwingt de grootte van de statussymbolen tot 16 pixel - [=IDT_IDSTR_DISPLAY_FORCE_20] = dwingt de grootte van de statussymbolen tot 20 pixel .el .. ----------------- - [=IDT_IDTXT_BITMAPROTATION] = bepaalt de rotatie van de statussymbolen .. ----------------- .sl compact - *[=IDT_IDSTR_ROTATION_0]* - *[=IDT_IDSTR_ROTATION_90]* - *[=IDT_IDSTR_ROTATION_180]* - *[=IDT_IDSTR_ROTATION_270]* .el .. ----------------- .. ---------------------------------------- .4 [=IDT_IDDLG_PROPERTIES_PAGEDISPLAY] 2/2 .. ---------------------------------------- .an IDPNL_PROPERTIES_PAGEDISPLAY2 .res 109 . Deze pagina van het [=TITLE] instellingennotitieblok bepaalt de statussymbolen die gebruikt worden door de widget. Binnen deze dialoog .ul - nieuwe statussymbolen kunnen geladen worden door te drukken op *[=IDT_IDPBS_LOADSET]*. Daarvoor dient in de volgende dialoog een map geselecteerd te worden, die de [.IDPNL_APPENDIXOWNBITMAPS respectievelijke raster afbeeldingsbestanden] bevat. .. - alle statussymbolen kunnen hersteld worden naar hun standaard weergave door het drukken op de knop *[=IDT_IDPBS_DEFAULT]*. .at fc=red [=NOTE] .ul compact - een map met status raster afbeeldingsbestanden kan ook geladen worden door het te [.IDPNL_CHANGEBITMAPS slepen] op het [=TITLE] venster .. ---------------------------------------- .4 [=IDT_IDDLG_PROPERTIES_PAGEINFO] .. ---------------------------------------- .an IDPNL_PROPERTIES_PAGEINFO .res 110 . Deze pagina van het [=TITLE] instellingennotitieblok toont de programma informatie. .. ---------------------------------------- .3 [=IDT_IDDLG_SELECTPRF] .. ---------------------------------------- .an IDPNL_PROFILE .res 200 . Deze dialoog biedt u de mogelijkheid om de beschikbare profielen te onderhouden. Druk op ‚‚n van de knoppen om de betreffende actie uit te voeren: .pl compact break=none tsize=15 . - *[=IDT_IDPBS_SELECTPROFILE]* = activeer het geselecteerde profiel. Als het geselecteerde profiel momenteel actief is zal de knop uitgeschakeld zijn. . - *[=IDT_IDPBS_CREATEPROFILE]* = maak een nieuw profieel. . - *[=IDT_IDPBS_COPYPROFILE]* = maak een nieuw profiel op basis van de geselecteerde. . - *[=IDT_IDPBS_EDITPROFILE]* = bewerk het geselecteerde profiel. . - *[=IDT_IDPBS_DELETEPROFILE]* = verwijder het geselecteerde profiel. Als het geselecteerde profiel momenteel actief is zal de knop uitgeschakeld zijn. . - *[=IDT_IDPBS_IMPORTPROFILE]* = importeer een profiel dat voorheen ge-exporteerd is met *[=IDT_IDPBS_EXPORTPROFILE]*. . - *[=IDT_IDPBS_EXPORTPROFILE]* = exporteer het geselecteerde profiel. .. ---------------------------------------- .3 Profieleigenschappen .. ---------------------------------------- .an IDPNL_PROFILEPROPERTIES .res 300 . Het instellingennotitieblok van een verbindingsprofiel van [=TITLE] bevat de volgende pagina's: .su H50 1 .. ---------------------------------------- .4 [=IDT_IDDLG_PROFILE_PAGECONNECTION] 1/2 .. ---------------------------------------- .an IDPNL_PROFILEPROPERTIES_PAGECONNECTION .res 301 . De pagina van een instellingennotitieblok van een verbindingsprofiel van [=TITLE] bepaalt de volgende verbindingseigenschappen: .pl [=PARMLIST_PARMS] - [=IDT_IDTXT_NAMECAPTION] = deze eigenschap bepaalt de naam van het profiel - [=IDT_IDTXT_MODECAPTION] = deze eigenschap bepaalt de verbindingsmodus, waarin het draadloze LAN apparaat verbinding dient te leggen met een partner: .. ----------------- .pl [=PARMLIST_PARMS] - [=IDT_IDSTR_STATIONMODE_BSS] = deze modus stelt uw draadloos LAN apparaat in staat om naar andere apparaten te verbinden met gebruikmaking van een basis of uitgebreid dienstenpakket. Dit is meestal een zogeheten communicatiepunt, wat een gateway biedt naar een conventioneel LAN gebaseerd op kabels (b.v. een publiek toegangspunt/actief gebied). - [=IDT_IDSTR_STATIONMODE_ADHOC] = deze modus stelt uw draadloos LAN apparaat in staat om naar andere draadloze LAN clients te verbinden, daarmee een mobiel draadloos LAN opzettend. .el .. ----------------- - [=IDT_IDTXT_SSIDCAPTION] = geef de naam van een draadloos LAN op. Dit stelt het draadloos LAN apparaat in staat om alleen verbindingen te leggen naar partners die dezelfde netwerknaam gebruiken. . Als u geen netwerknaam opgeeft zal het draadloze LAN apparaat een verbinding opzetten naar elk systeem dat een overeenkomstige verbindingsmodus heeft (BSS/ESS of ADHOC) - [=IDT_IDCHB_CREATEIBSS] = deze optie is handig als het apparaat in *peer modus* draait en er nog niemand is geweest die een draadloos Peer LAN verbinding gelegd heeft die overeenkomt met dit verbindingsprofiel. Selectie van deze optie stelt het draadloze LAN apparaat van dit systeem in staat om dat op te zetten zodra het verbindingsprofiel geactiveerd wordt. . Deze optie wordt genegeerd voor apparaten die ondersteund worden door het GenMac stuurprogramma, omdat Windows stuurprogramma's altijd een peer netwerk maken als die nog niet bestaat. - [=IDT_IDCHB_INCLUDEINSCAN] = selecteer deze optie als u wilt dat dit verbindingsprofiel opgenomen wordt in de [.IDPNL_CONFIGURE_PROFILESCAN verbindingsscan] .. ---------------------------------------- .4 [=IDT_IDDLG_PROFILE_PAGECONNECTION2] 2/2 .. ---------------------------------------- .an IDPNL_PROFILEPROPERTIES_PAGECONNECTION2 .res 302 . Deze pagina van het instellingennotitieblok van een verbindingsprofiel van [=TITLE] bepaalt de volgende verbindingseigenschappen: .pl [=PARMLIST_PARMS] - [=IDT_IDTXT_SELNETWORK] = bepaalt het netwerktype .ul compact - [=IDT_IDSTR_NETWORK_ANY] - [=IDT_IDSTR_NETWORK_80211B_11MBIT] - [=IDT_IDSTR_NETWORK_80211G_54MBIT] - [=IDT_IDSTR_NETWORK_80211A_54MBIT] .el . .at fc=red Deze eigenschap is momenteel experimenteel en daarom uitgeschakeld .at .. ---------------------------------------- .4 [=IDT_IDDLG_PROFILE_PAGESECURITY] .. ---------------------------------------- .an IDPNL_PROFILEPROPERTIES_PAGESECURITY .res 303 . Deze pagina van het instellingennotitieblok van een verbindingsprofiel van [=TITLE] bepaalt de beveiligingseigenschappen: .pl [=PARMLIST_PARMS] - [=IDT_IDTXT_WEPCAPTION] = deze eigenschap bepaalt de versleutelingsmethode, waarmee het draadloze LAN apparaat dient te verbinden naar een partner. De protocollen in de lijst zijn in volgorde van lichtste tot de zwaarste beveiliging. . De partner, ofwel een toegangspunt ofwel een ander draadloos LAN apparaat in een andere computer, dient dezelfde instelling te gebruiken. Het wordt aangeraden om [.IDPNL_CONFIGURE_SECURITY WPA of WPA2 versleuteling te gebruiken] als dat mogelijk is. .. ----------------- .pl [=PARMLIST_PARMS] - [=IDT_IDSTR_WEPMODE_DISABLED] = dit schakelt versleuteling uit. Gebruik deze instelling niet voor priv‚ draadloze LANs, want dan kan uw systeem misbruikt worden en zijn uw priv‚ gegevens van buiten af bereikbaar. Geen gebruikmaking van versleuteling is alleen zinvol als uw systeem deel dient uit te maken van een [.IDPNL_CONFIGURE_SECURITY publiek draadloos LAN]. . - [=IDT_IDSTR_WEPMODE_WEP64] = dit zorgt ervoor dat het apparaat alle gegevens met een 64 bit WEP sleutel versleuteld. . Selecteer deze optie alleen voor priv‚ draadloze LANs als er geen betere versleuteling standaard beschikbaar is voor alle stations die onderdeel uit maken van het LAN, omdat dit niveau gemakkelijker te kraken is dan sterkere. Desalniettemin is deze versleuteling altijd beter dan geen enkele versleuteling. Lees voor meer informatie de sectie [.IDPNL_CONFIGURE_SECURITY]. - [=IDT_IDSTR_WEPMODE_WEP128] = dit zorgt ervoor dat het apparaat alle gegevens met een 128 bit WEP sleutel versleuteld. . Selecteer deze optie voor alle priv‚ draadloze LANs als er geen WPA versleuteling beschikbaar is. Lees voor meer informatie de sectie [.IDPNL_CONFIGURE_SECURITY]. . . *WEP versleuteling* wordt geconfigureerd met de volgende instelling: .. --------- .sl .pl [=PARMLIST_PARMS] - [=IDT_IDTXT_TXKEYCAPTION] = deze eigenschap bepaalt de sleutel die gebruikt moet worden voor versleuteling van gegevens die door uw draadloze LAN apparaat verstuurt worden. Uw partner dient dezelfde sleutel ingesteld te hebben in zijn vier sleutelingangen om uw gegevens versleuteld te kunnen ontvangen. Als uw partner de vier sleutels ingesteld heeft als op uw apparaat kunt u ‚‚n van de sleutels kiezen voor verzending. - ##1 to ##4 = WEP sleutels worden opgegeven als .ul compact - karakters en nummers of - een hexadecimale waarde (laat de waarde voorafgaan door een *0x* code) .el .el Om de [.IDPNL_KEYGEN WEP-sleutels voor versleuteling automatisch te laten genereren], dient u te drukken op knop *[=IDT_IDPBS_GENERATE]*. Dit bespaart u de moeite van het handmatig invoeren van lange hex waardes. .el . - [=IDT_IDSTR_WEPMODE_WPA_PSK] = dit laat een [.IDPNL_PREREQUISITES GenMac] compatibel draadloos LAN apparaat alle gegevens met WPA versleutelen, gebruikmakend van de RC4 stream cipher. De gedeelde sleutel wordt gebruikt voor het berekenen van de hoofdsleutel. Dit wordt gebruikt bij het TKIP protocol om werkende sleutels te geven, die na een bepaalde tijd gewijzigd worden. . Selecteer deze optie voor alle priv‚ draadloze LANs als er geen WPA2 versleuteling beschikbaar is. Lees voor meer informatie de sectie [.IDPNL_CONFIGURE_SECURITY]. - [=IDT_IDSTR_WEPMODE_WPA2_PSK] = dit laat een [.IDPNL_PREREQUISITES GenMac] compatibel draadloos LAN apparaat alle gegevens met WPA2 versleutelen, gebruikmakend van de veiliger AES block cipher. De gedeelde sleutel wordt gebruikt voor het berekemem vam de hoofdsleutel. Dit wordt gebruikt bij het CCMP protocol om werkende sleutels te geven, die na een bepaalde tijd gewijzigd worden. Selecteer deze optie voor alle priv‚ draadloze LANs waar WPA2 beschikbaar is, want dit is het meest veilige protocol. Lees voor meer informatie de sectie [.IDPNL_CONFIGURE_SECURITY]. .el . .. --------- Voor *WPA versleuteling* zijn de volgende zaken beschikbaar: .sl .pl [=PARMLIST_PARMS] - [=IDT_IDTXT_WPAPSK] = deze eigenschap bepaalt de gedeelde sleutel. Het mag een lengte hebben van 8 tot 63 karakters. .. ---------------------------------------- .5 Genereren van WEP sleutels .. ---------------------------------------- .an IDPNL_KEYGEN .res 400 . Deze dialoog biedt de mogelijkheid om WEP sleutels automatisch te genereren voor de [.IDPNL_PROFILEPROPERTIES_PAGESECURITY beveiligingseigenschappen] die nodig zijn voor de versleuteling van gegevens die binnen het draadloze LAN verstuurd worden: .pl [=PARMLIST_PARMS] - [=IDT_IDTXT_KEYGENTYPE] = selecteer het algoritme voor het genereren van de WEP sleutels - [=IDT_IDTXT_PASSPHRASE] = Voer een tekenreeks in van een willekeurige lengte .. ---------------------------------------- .4 [=IDT_IDDLG_PROFILE_PAGETCPIP] .. ---------------------------------------- .an IDPNL_PROFILEPROPERTIES_PAGETCPIP .res 304 . Deze pagina van het instellingennotitieblok voor een verbindingsprofiel voor [=TITLE] bepaalt de de TCP/IP configuratie eigenschappen: .pl [=PARMLIST_PARMS] - [=IDT_IDSTR_CONFIGTYPE_NONE] = selecteer deze optie om [=TITLE] de TCP/IP interface van uw draadloos LAN apparaat niet te laten configureren - [=IDT_IDSTR_CONFIGTYPE_DHCP] = selecteer deze optie om [=TITLE] de TCP/IP interface van uw draadloos LAN apparaat automatisch te laten configureren met gebruik van DHCP. Daarvoor dient er een DHCP server bereikbaar te zijn via het draadloze LAN. . Als de TCP/IP interface al hetzelfde adres heeft als bij de laatste succesvolle DHCP configuratie, wordt de configuratie stap overgeslagen. De DHCP configuratie kan afgedwongen worden door het uitvoeren van *ifconfig #lanx# down* op een opdrachtregel voor de betreffende TCP/IP interface voordat het verbindingsprofiel geselecteerd wordt voor DHCP configuratie. . . .. ### TODO (remove this comment line after translation) Select the following options in order to configure the respective [.IDPNL_CONFIGURE_DHCP_OPTIONS DHCP options]: .. --------------- .pl [=PARMLIST_PARMS] - [=IDT_IDCHB_OPTIONDNS] = select to request selected DNS related values from the DHCP server. If this option is deselected, the returned DNS values are ignored. - [=IDT_IDCHB_OPTIONSTATICROUTES] = select to request the static routes provided by the DHCP server If this option is deselected, any returned static route will be ignored. - [=IDT_IDCHB_OPTIONHOSTNAME] = select to provide the DHCP server with the hostname of your system. .el .. --------------- - [=IDT_IDSTR_CONFIGTYPE_MANUALLY] = selecteer deze optie om het TCP/IP adres en netwerkmasker handmatig te bepalen voor de TCP/IP interface van uw draadloos LAN apparaat .. --------------- .pl [=PARMLIST_PARMS] - [=IDT_IDTXT_TCPIPADDRESS] = is het adres van de TCP/IP interface van uw draadloos LAN apparaat, indien handmatig ingesteld - [=IDT_IDTXT_NETMASK] = is het netwerkmasker voor de TCP/IP interface van uw draadloos LAN apparaat, indien handmatig ingesteld Als er geen waarde opgegeven wordt zal het standaard netwerkmasker voor het opgegeven TCP/IP adres gebruikt worden. - [=IDT_IDPBS_CONFIGMORETCPIP] = staat de [.IDPNL_PROFILEPROPERTIES_CONFIGMORETCPIP] toe .el .. --------------- .. ---------------------------------------- .4 [=IDT_IDDLG_PROFILE_PAGEAUTOSTART] .. ---------------------------------------- .an IDPNL_PROFILEPROPERTIES_PAGEAUTOSTART .res 305 . .. ### TODO (remove these comment lines after translation) .. ### NOTE see panel IDPNL_HOTSPOT for your naming of the "standard web browser" This page of the properties notebook for a connection profile of the [=TITLE] determines the Autostart properties: .pl [=PARMLIST_PARMS] - [=IDT_IDCHB_LAUNCHBROWSER] = select this option to let the [=TITLE] automatically start the standard web browser configured for your system. .. ---------------------------------------- .5 Configuratie van meer TCP/IP opties .. ---------------------------------------- .an IDPNL_PROFILEPROPERTIES_CONFIGMORETCPIP .res 401 . Deze dialoog biedt de mogelijkheid om meer opties voor de TCP/IP configuratie in te stellen voor een verbindingsprofiel: .pl [=PARMLIST_PARMS] - [=IDT_IDTXT_GATEWAY] = geef het TCP/IP adres van de standaard gateway op . Als geen standaard gateway adres opgegeven wordt zal een bestaand standaard route niet verwijderd worden. - [=IDT_IDCHB_CONFIGDNS] = selecteer deze optie om [=TITLE] de Domein Naam Server voor het draadloze LAN te configureren - [=IDT_IDTXT_DOMAIN] = is de naam van het TCP/IP domein van het draadloze LAN - [=IDT_IDTXT_DNS] = is het TCP/IP adres van de Domein Naam Server - [=IDT_IDTXT_MTU] = is de grootte van de Maximale verzendeenheid (MTU) .. ------------ .pl [=PARMLIST_PARMS] - [=IDT_IDSTR_MTUTYPE_ETHERNETMAX] = selecteer deze optie om de MTU in te stellen op de standaard waarde van 1500 bytes voor Ethernet netwerken - [=IDT_IDSTR_MTUTYPE_DSL] = selecteer deze optie om de MTU in te stellen op de geoptimaliseerde waarde van 1492 bytes voor het netwerk protocol *PPP over Ethernet*, dat gebruikt wordt voor DSL verbindingen - [=IDT_IDSTR_MTUTYPE_USERDEFINED] = selecteer deze optie om een gebruiker bepaalde waarde voor MTU op te geven tussen de 128 en 1500 bytes .. ------------ .. ---------------------------------------- .3 Vinden van publieke draadloze LANs .. ---------------------------------------- .an IDPNL_HOTSPOT .res 150 . Om een publiek draadloos LAN toegangspunt (actief gebied) te vinden selecteert u het menu-onderdeel *[=IDT_IDMEN_HOTSPOT]*. Afhankelijk van het soort stuurprogramma (GenPrism of GenMac), dat uw momenteel geselecteerde draadloos LAN apparaat bestuurd, bevat dit menu ‚‚n of beide van de volgende menu keuzes: .pl [=PARMLIST_PARMS] - [=IDT_IDMEN_HOTSPOT_SCAN] = het GenMac stuurprogramma ondersteunt het scannen van alle actieve gebieden in het bereik. De [=TITLE] start een [.IDPNL_HOTSPOT_SCAN dialoog], die alle publieke (en optioneel alle priv‚) draadloze netwerken binnen het bereik en biedt de mogelijkheid om te verbinden naar elk publiek toegangspunt/actief gebied binnen het bereik. Deze menu optie is niet beschikbaar voor GenPrism stuurprogramma's. - [=IDT_IDMEN_HOTSPOT_CONNECT] = het GenPrism stuurprogramma en enkele andere stuurprogramma's die daarmee compatibel zijn bieden geen mogelijkheid om te scannen naar actieve gebieden, maar alleen de mogelijkheid om te verbinden naar elk publiek draadloze LAN binnen het bereik. . Als er meer dan ‚‚n actief gebied binnen het bereik valt kunt u niet be‹nvloeden naar welk actief gebied een verbinding opgebouwd gaat worden. Het is afhankelijk van het draadloze LAN apparaat welk actief gebied gebruikt wordt (het sterkte signaal of door het zendkanaal). Deze menu keuze is beschikbaar voor beide type stuurprogramma's. Om uit te vinden met welk publiek draadloos LAN u momenteel verbonden bent met dat profiel dient u de muis te verplaatsen boven [=TITLE]. De *SSID* van het verbonden draadloze LAN zal getoond worden in de derde regel van de tekst in het hulpwolkje. Als [=TITLE] een verbinding gelegd heeft met een publiek toegangspunt/actief gebied kan een nieuw [.IDPNL_HOTSPOT_NEWPROFILE verbindingsprofief gemaakt worden] op basis van deze verbinding door het selecteren van menu keuze *[=IDT_IDMEN_HOTSPOT]* - *[=IDT_IDMEN_HOTSPOT_COPYPRF]*. Om het gemakkelijker te maken om een webbrowser te openen, die nodig kan zijn voor registratie van een publiek toegangspunt/actief gebied waarvoor betaald moet worden, bevat dit menu het onderdeel *[=IDT_IDMEN_HOTSPOT_BROWSER]*. Het start het voor uw systeem als standaard ingestelde webbrowser op. .. ---------------------------------------- .4 [=IDT_IDDLG_NEWPROFILE] .. ---------------------------------------- .an IDPNL_HOTSPOT_NEWPROFILE .res 151 . Deze dialoog biedt de mogelijkheid om het profiel, dat gemaakt dient te worden voor een huidige verbinding naar een publiek draadloos LAN, een naam te geven. Het nieuwe profiel zal geactiveerd worden zodra het succesvol gemaakt is. .. ---------------------------------------- .4 [=IDT_IDDLG_SCANHOTSPOT] .. ---------------------------------------- .an IDPNL_HOTSPOT_SCAN .res 152 . Deze dialoog laat alle publieke en/of priv‚ toegangspunten van draadloze LANs binnen het bereik zien en biedt de mogelijkheid om te verbinden naar een publiek toegangspunt (ook wel actief gebied genoemd) of bekende priv‚ toegangspunten. Voor een netwerk kunnen meer dan ‚‚n toegangspunt bestaan. Om te verbinden selecteert u een netwerk/een toegangspunt uit de lijst en druk op de knop *[=IDT_IDPBS_CONNECT]* of dubbelklik op een netwerk, als het ‚‚n van deze is: .ul compact - een publiek en dus onbeveiligd netwerk - een priv‚ en dus beveiligd netwerk waarvoor ‚‚n of meerdere overeenkomstige verbindingsprofielen bestaan De knop *[=IDT_IDPBS_CONNECT]* is uitgeschakeld als u een netwerk selecteert .ul compact - waarmee uw systeem al verbonden is, inclusief alle ingangen met dezelfde netwerknaam (zelfde SSID) - dat verborgen is De lijst van netwerken laat de volgende gegevens in kolommen zien: .pl [=PARMLIST_PARMS] - [=IDT_IDSTR_TITLE_TYPE] = Deze kolom laat type identificatie van het netwerk zien: .pl break=none tsize=3 ..- ...bi 80211a11.bmp ..= 11 MBit netwerk op 5 Ghz volgens de IEEE 802.11a standaard - .bi 80211a54.bmp = 54 MBit netwerk op 5 Ghz volgens de IEEE 802.11a standaard - .bi 80211b11.bmp = 11 MBit netwerk op 2.4 Ghz volgens de IEEE 802.11b standaard - .bi 80211g54.bmp = 54 MBit netwerk op 2.4 Ghz volgens de IEEE 802.11g standaard .el - [=IDT_IDSTR_TITLE_SSID] = Naam van het netwerk (Systeem Service Identificatie/SSID). . De volgende soorten ingangen kunnen hier getoond worden (gebruikmakend van de netwerknaam *MyNetwork* in dit voorbeeld): .pl [=PARMLIST_PARMS] - *MyNetwork* = Dit is een zichtbaar netwerk (het SSID wordt uitgezonden). Als het netwerk niet beveiligd is kan er naar verbonden worden. - *MyNetwork (**)* = Dit is een toegangspunt waarmee het systeem verbonden is. - *MyNetwork <**>* = Dit is een toegangspunt met hetzelfde SSID als het toegangspunt waarmee het systeem verbonden is. - *[=IDT_IDSTR_ITEM_HIDDEN]* = Dit netwerk is verborgen (het SSID wordt niet uitgezonden). Omdat het systeem nooit verbonden is geweest met dit toegangspunt kan [=TITLE] de netwerknaam niet weten. - *(MyNetwork)* = Dit netwerk is verborgen (het SSID wordt niet uitgezonden). Omdat de naam opgeslagen is vanuit uw laatste verbinding naar dat toegangspunt kan het worden getoond. .el - [=IDT_IDSTR_TITLE_PROFILES] = laat alle verbindingsprofielen zien die een overeenkomend SSID hebben met de beveiligingsinstelling van het netwerk - [=IDT_IDSTR_TITLE_ACCESSTYPE] = laat het toegangstype van het netwerk zien, zijnde *[=IDT_IDSTR_ITEM_PUBLIC]* of *[=IDT_IDSTR_ITEM_PRIVATE]* - [=IDT_IDSTR_TITLE_SIGNAL] = laat het signaalsterkte als percentage zien - [=IDT_IDSTR_TITLE_CHANNEL] = laat het kanaal zien waarop het toegangspunt van het netwerk uitzend - [=IDT_IDSTR_TITLE_MACADDRESS] = laat het MAC adres zien van het toegangspunt .. ---------------------------------------- .5 Selectie profiel .. ---------------------------------------- .an IDPNL_HOSTPOT_SELPROFILE .res 153 . Deze dialoog biedt u de mogelijkheid om te kiezen tussen de verbindingsprofielen die voor het draadloze netwerk die geselecteerd wordt in de [.IDPNL_HOTSPOT_SCAN scan dialoog] bestaan. .. ---------------------------------------- .3 Veranderen van statussymbolen .. ---------------------------------------- .an IDPNL_CHANGEBITMAPS . [=TITLE] biedt de mogelijkheid om de afbeeldingen van de [.IDPNL_STATUS status symbolen] te veranderen. Daarvoor dient u ‚‚n of meer [.IDPNL_APPENDIXOWNBITMAPS raster afbeeldingsbestanden met bepaalde bestandsnamen] in een map te plaatsen. Om de raster afbeeldingsbestanden uit deze map te laden: .ul - sleep de map op het [=TITLE] venster .. - laad de map via de [.IDPNL_PROPERTIES_PAGEDISPLAY2 tweede weergave instellingen pagina] Beide acties openen de [.IDPNL_CHANGEBITMAPS_DIALOG]. .. ---------------------------------------- .4 Status afbeeldingsdialoog .. ---------------------------------------- .an IDPNL_CHANGEBITMAPS_DIALOG .res 402 . De status afbeeldingsdialoog bevat twee containers, die de serie status symbolen die momenteel gebruikt worden aan de linkerkant en de beschikbare status symbolen uit de map, die op het [=TITLE] venster gesleept zijn, aan de rechterkant laat zien. Alle symbolen aan de rechterkant die nog niet actief zijn worden automatisch geselecteerd. De volgende acties kunnen uitgevoerd worden: .ul - de status symbolen aan de linkerkant worden actief nadat de dialoog wordt gesloten - alle status symbolen die geselecteerd zijn uit de rechter container kunnen toegepast worden aan de linkerkant door het indrukken van de *[=IDT_IDPBS_APPLY]* knop - de status symbolen aan de linkerkant kunnen hersteld worden naar de standaard ingebouwde symbolen door het indrukken van de *[=IDT_IDPBS_DEFAULT]* knop - beide containers kunnen hersteld worden naar de huidige status van het programma door het indrukken van de *[=IDT_IDPBS_UNDO]* knop .. ---------------------------------------- .3 Aanvullende opties voor de zelfstandige [=BASETITLE] .. ---------------------------------------- .an IDPNL_EXEOPTIONS .in __standalone . [=TITLE] is zowel beschikbaar als xCenter Widget als een zelfstandig programma. Voor het zelfstandige programma zijn de volgende aanvullende opties beschikbaar via het contextmenu *[=IDT_IDMEN_WINDOWCFG]* die niet nodig zijn voor de xCenter Widget: .pl [=PARMLIST_PARMS] - [=IDT_IDMEN_STAYONTOP] = selecteer deze optie als het venster van [=TITLE] altijd op de voorgrond moet blijven, zodat het niet verborgen wordt door achter een ander venster - [=IDT_IDMEN_HIDETLENTRY] = selecteer deze optie als de ingang van [=TITLE] niet getoond moet worden in de takenlijst - [=IDT_IDMEN_LARGESIZE] = selecteer deze optie als het venster van [=TITLE] weergegeven moet worden in een groter formaat In aanvulling hierop kan het venster van het zelfstandige programma verplaatst worden met muisknop ‚‚n. .. ---------------------------------------- .2 Configuratie .. ---------------------------------------- .an IDPNL_CONFIG . [=TOPICS] .su V30 u 1 .. ---------------------------------------- .3 Configureren [=BASETITLE] .. ---------------------------------------- .an IDPNL_CONFIG_CONFIGURE . De configuratie van [=TITLE] betreft twee onderdelen, namelijk de draadloze LAN verbinding, die zorgt voor de fysieke verbinding (vergelijkbaar met een netwerkkabel) en de TCP/IP interface van het draadloze LAN apparaat wat de logische verbinding is. _*Configureren van de draadloze LAN verbinding*_ Ten eerste kunt u verbinding leggen met vaste draadloze LANs met een toegangspunt als ook met mobiele *ad-hoc* of *peer* netwerken. Vaste, bedrade netwerken bieden toegang tot zichzelf voor draadloze LAN clients via ‚‚n of meerdere toegangspunten, door het bieden van een zogenaamd basis of uitgebreide draadloze LAN diensten pakket. In plaats daarvan bestaat een mobiel *ad-hoc* netwerk slechts uit twee of meerdere draadloze LAN clients die zich met elkaar verbinden, zonder een toegangspunt nodig te hebben. Een ander onderscheidt dient gemaakt te worden tussen .ul compact - [.IDPNL_HOTSPOT publieke] (en daardoor onbeveiligde) netwerken, waarvan de toegangspunten ook wel [.IDPNL_HOTSPOT actieve gebieden] genoemd worden - priv‚ (en [.IDPNL_CONFIGURE_SECURITY beveiligde]) netwerken Binnen dit programma worden [.IDPNL_PROFILEPROPERTIES Verbindingsprofielen] gebruikt voor het opzetten van draadloze LAN verbindingen. Klik op de [=TITLE] widget/venster met muisknop twee en selecteer ‚‚n van de volgende acties .ul compact - scannen naar of verbinden met een [.IDPNL_HOTSPOT publiek toegangspunt/actief gebied] via acties die beschikbaar zijn in het *[=IDT_IDMEN_HOTSPOT]* submenu, gebruikmakend van een standaard en ingebouwd verbindingsprofiel - maak en gebruik zoveel [.IDPNL_PROFILEPROPERTIES verbindingsprofielen] als u wilt, om verbinding te leggen met specifieke draadloze LANs, via de volgende acties .ul compact - maak of wijzig een verbindingsprofiel via selectie van *[=IDT_IDMEN_EDITPROFILE]* - activeer een verbindingsprofiel via het submenu *[=IDT_IDMEN_SELECTPROFILE]* - neem eventueel zelf gemaakte verbindingsprofielen op in de [.IDPNL_CONFIGURE_PROFILESCAN] .el _*Configureren van de TCP/IP interface*_ Nadat een draadloze LAN verbinding opgebouwd is dienen de benodigde netwerk protocollen opgebouwd te worden. Momenteel biedt [=TITLE] de ondersteuning voor de configuratie van de *TCP/IP* configuratie van het draadloze LAN apparaat. Elke andere configuratie kan door de gebruiker opgenomen worden via een [.IDPNL_CONFIGURE_SCRIPT script], die uitgevoerd zal worden bij het leggen/verbreken van de verbinding. Ook al biedt het NDIS stuurprogramma voor uw draadloos LAN apparaat een *LAN* interface (Local Area Network), toch dient het als een *WAN* (Wide Area Network) interface geconfigureerd te worden, zoals een inbel verbinding. Daarom wordt het ten zeerste afgeraden om het te configuraren via het *TCP/IP configuratie programma*, maar om alleen gebruik te maken van het programma dat de WAN verbinding legt of verbreekt (hier: door [=TITLE]). Binnen een zelf aangemaakt [.IDPNL_PROFILEPROPERTIES verbindingsprofiel], kan gekozen worden uit drie soorten [.IDPNL_PROFILEPROPERTIES_PAGETCPIP TCP/IP configuratie]: .ul compact - [=IDT_IDSTR_CONFIGTYPE_NONE] - [=IDT_IDSTR_CONFIGTYPE_DHCP] - [=IDT_IDSTR_CONFIGTYPE_MANUALLY] Als verbinding gezocht wordt met een actief gebied wordt een standaard ingebouwd verbindingsprofiel gebruikt, er van uit gaande dat er geen beveiliging (versleuteling) is en automatische TCP/IP configuratie via DHCP geboden wordt. Als thuisnetwerken uitgebreidt worden met draadloze LAN toegangspunten wordt vaak gevraagd hoe men kan [.IDPNL_CONFIGURE_SWITCH schakelen tussen draadloze en bedrade verbindingen binnen hetzelfde netwerk]. .. ---------------------------------------- .3 Gebruik van versleuteling in draadloze LANs .. ---------------------------------------- .an IDPNL_CONFIGURE_SECURITY . Bij het deelnemen in draadloze LANs moet u beschermingsmaatregelen treffen tegen aanvallen van buiten, omdat er anders gemakkelijk toegang tot uw systeem verkregen kan worden. Dit is helemaal belangrijk als u een draadloos LAN toegangspunt aan uw eigen netwerk toegevoegd heeft, die een verbinding met het internet heeft. .at fc=red Het is een groot misverstand te denken dat een systeem dat geen belangrijke gegevens bevat niet beschermd hoeft te worden. Elk systeem dat een verbinding met internet heeft kan misbruikt worden voor illegale acties op het internet, daarbij uw TCP/IP adres achterlatend als het enige zichtbare spoor en daarmee u verdacht makend voor het plegen van illegale activiteiten. Als u geen vaste kosten voor internet toegang heeft kan het ook aanvullende kosten voor u geven als iemand anders uw internet verbinding gebruikt. .at Verder hebben clients (laptops), die onderdeel uitmaken van een draadloos LAN, extra bescherming nodig. Afhankelijk van het feit of het draadloze LAN publiek is of niet, worden de volgende acties aangeraden: _*Onderdeel uitmakend van publieke draadloze LANs*_ Publieke draadloze LANs worden gebruikt via zogenaamde actieve gebieden, die niets anders zijn dan publieke en dus onveilige toegangspunten. Bij een verbinding via een actief gebied heeft het duidelijk geen nut om gegevensversleuteling toe te passen, want de versleutelingscode zou dan altijd publiekelijk beschikbaar moeten zijn. . In dit geval is het zonder meer aan te raden om firewall programmatuur actief op uw systaam te hebben om mogelijke aanvallen af te wentelen. Die dient dan zo ingesteld te zijn dat toegang geblokkeerd is voor: .ul compact - Bestand en Printer Diensten via het netwerkprotocol *NetBIOS over TCP/IP* - elke TCP/IP dienst op uw systeem, zoals Web-, Telnet of FTP servers. Als alternatief voor het gebruiken van een firewall kunt u, voor het activeren van een draadloze LAN verbinding, de betreffende diensten of programma's stoppen om daarmee te voorkomen dat het aanvalsdoelen worden. _*Onderdeel uitmakend van priv‚ draadloze LANs*_ Bij het opzetten van een priv‚ draadloos LAN, ongeacht of een toegangspunt wordt gebruikt of dat het een zogenaamd adhoc netwerk is zonder toegangspunt, wordt het ten zeerste aangeraden om de beste versleutelingsstandaard te gebruiken die beschikbaar is voor alle stations die deelnemen in het netwerk. Dit is belangrijk omdat .ul compact - een WPA of nog beter WPA2 beveiligd draadloos LAN momenteel beschermd is tegen bekende aanvallen die een kans van slagen hebben tegen draadloze LANs dat met WEP beveiligd is. WPA/WPA2 versleuteling wordt alleen ondersteund voor draadloze LAN apparaten die gebruik maken van het [.IDPNL_PREREQUISITES GenMac stuurprogramma]. - een WEP beveiligd draadloos LAN is tenminste een minder interessant doel voor aanvallen in vergelijking met een helemaal niet beveiligde, helemaal voor aanvallers die slechts even snel en gratis toegang tot internet willen hebben. Desalniettemin kan het gekraakt worden. - in sommige landen/staten is het in ieder geval illegaal om mee te kijken op een draadloos LAN dat beveiligd is met versleuteling. .. ---------------------------------------- .3 Verbindingsprofielscan .. ---------------------------------------- .an IDPNL_CONFIGURE_PROFILESCAN . Zelf gemaakte [.IDPNL_PROFILEPROPERTIES verbindingsprofielen] kunnen opgenomen worden in een verbindingsprofielscan. Als zo'n scan gestart wordt zal [=TITLE] het ene opgenomen profiel naar het andere laden en stoppen als er een verbinding gelegd kan worden met ‚‚n van de profielen. Dit heeft alleen nut voor priv‚ netwerken, want voor toegang op publieke netwerken is het handiger om handmatig te scannen voor of verbinding te leggen met een [.IDPNL_HOTSPOT publiek toegangspunt/actief gebied] - voor [.IDPNL_CONFIGURE_SECURITY beveiligingsredenen] dient men alleen expliciet te verbinden met een publiek actief gebied en niet per ongeluk of automatisch. Op de [.IDPNL_PROPERTIES_PAGESCAN] instellingennotitieblok pagina kan de verbindingsscan ingesteld worden om automatisch te starten bij het starten van het programma en/of bij het opnieuw invoeren van een PCMCIA kaart. Een vaak gebruikte situatie voor een verbindingsprofielscan is om tenminste twee verbindingsprofielen te maken, laten we zeggen voor elk draadloos LAN netwerk op kantoor en thuis ‚‚n. Als [=TITLE] ingesteld is om de opgenomen verbindingsprofielen te scannen bij het starten van het programma, dan zal het, tenminste na enkele seconden, altijd automatisch een verbinding tot stand brengen met ‚‚n van de betreffende priv‚ netwerken, als het systeem gestart is binnen het bereik van ‚‚n van deze. .. ---------------------------------------- .3 Het gebruik van scripts voor verbinding leggen/verbreken gebeurtenissen .. ---------------------------------------- .an IDPNL_CONFIGURE_SCRIPT . [=TITLE] kan scripts uitvoeren (gewone CMD scripts of REXX bestanden) bij het leggen van een verbinding of het verbreken van een verbinding om daarbij door de gebruiker bepaalde opdrachten voor uw draadloze LAN verbindingen uit te voeren. Dit script wordt uitgevoerd .ul compact - nadat de TCP/IP interface ingesteld is of - voordat het opgeheven wordt [=TOPICS] .su H50 .. ---------------------------------------- .4 Script- en logbestandsnamen .. ---------------------------------------- .an IDPNL_CONFIGURE_SCRIPT_FILES . De volgende bestanden worden door [=TITLE] gebruikt als ze aanwezig zijn in de [.IDPNL_PROPERTIES_PAGESCRIPT script directory]: .pl [=PARMLIST_PARMS] - xwlan.cmd = ofwel een [.IDPNL_CONFIGURE_SCRIPT_CMD CMD] ofwel een [.IDPNL_CONFIGURE_SCRIPT_REXX REXX] type script - xwlan.in = tekstbestand met de gegevens voor [.IDPNL_CONFIGURE_SCRIPT_REDIRINPUT toetsenbord invoer omleiding] De volgende bestanden worden door [=TITLE] geschreven in de [.IDPNL_PROPERTIES_PAGESCRIPT script directory]: .pl [=PARMLIST_PARMS] - xwlan.log = totaal logbestand met de standaard uitvoer en foutmeldingen van de aanroepen vanuit het xwlan.cmd script - xwlan.#xxx# = waarbij #xxx# een drie cijferig willekeurig nummer is: tijdelijk logbestand met de uitvoer van een aanroep naar het xwlan.cmd script. In het geval dat zo'n tijdelijk logbestand niet toegevoegd kan worden aan het totale logbestand, blijft het tijdelijke logbestand in de script directory staan .. ---------------------------------------- .4 Het gebruik van een CMD script .. ---------------------------------------- .an IDPNL_CONFIGURE_SCRIPT_CMD . Bij het gebruik van een simpel [.IDPNL_APPENDIXSCRIPT_CMD CMD script] voor verbinding leggen/verbreken gebeurtenissen, worden de volgende omgevingsvariabelen doorgegeven aan het script om het daarmee mogelijk te maken om de juiste acties uit te voeren binnen het script: .ul compact - [.FN_VAR_EVENT WLAN__EVENT] - [.FN_VAR_PROFILENAME WLAN__PROFILENAME] - [.FN_VAR_SSID WLAN__SSID] - [.FN_VAR_IPCONFIG WLAN__IPCONFIG] - [.FN_VAR_IPINTERFACE WLAN__IPINTERFACE] - [.FN_VAR_IPADDRESS WLAN__IPADDRESS] - [.FN_VAR_IPNETMASK WLAN__IPNETMASK] - [.FN_VAR_DRIVERNAME WLAN__DRIVERNAME] - [.FN_VAR_DRIVERTITLE WLAN__DRIVERTITLE] - [.FN_VAR_SCRIPTDIR WLAN__SCRIPTDIR] .. ---------------------------------------- .4 Het gebruik van een REXX script .. ---------------------------------------- .an IDPNL_CONFIGURE_SCRIPT_REXX . Bij het gebruik van een simpel [.IDPNL_APPENDIXSCRIPT_REXX REXX script] voor verbinding leggen/verbreken gebeurtenissen, worden de volgende omgevingsvariabelen doorgegeven aan het script om het daarmee mogelijk te maken om de juiste acties uit te voeren binnen het script: .ul compact - [.FN_VAR_EVENT WLan.__EVENT] - [.FN_VAR_PROFILENAME WLan.__PROFILENAME] - [.FN_VAR_SSID WLan.__SSID] - [.FN_VAR_IPCONFIG WLan.__IPCONFIG] - [.FN_VAR_IPINTERFACE WLan.__IPINTERFACE] - [.FN_VAR_IPADDRESS WLan.__IPADDRESS] - [.FN_VAR_IPNETMASK WLan.__IPNETMASK] - [.FN_VAR_DRIVERNAME WLan.__DRIVERNAME] - [.FN_VAR_DRIVERTITLE WLan.__DRIVERTITLE] - [.FN_VAR_SCRIPTDIR WLan.__SCRIPTDIR] .. ---------------------------------------- .4 Het asynchroon uitvoeren van het script .. ---------------------------------------- .an IDPNL_CONFIGURE_SCRIPT_ASYNC . Standaard wacht [=TITLE] tot het eind van een script voordat het verder gaat met het uitvoeren van een verbinding verbreken of leggen procedure, waardoor meer acties alleen plaats kunnen vinden nadat het script klaar is. Als een script erg veel tijd nodig heeft voor de uitvoering en daardoor [=TITLE] te lang blokkeert kan op de [.IDPNL_PROPERTIES_PAGESCRIPT] instellingenpagina de optie *[=IDT_IDCHB_WAITFORSCRIPTS]* geselecteerd worden. Dan zal de uitvoering van een gebeurtenis niet langer [=TITLE] blokkeren. In iedere situatie zal slechts ‚‚n script tegelijkertijd uitgevoerd worden, waarvoor elke aanroep van het script gestart wordt in een aparte thread die wacht op het einde van de script aanroep die op dat moment loopt. Er zal echter een probleem zijn als door herhaaldelijke gebruikersinteractie het script meervoudig wordt aangeroepen en deze aanroepen wachten tegelijkertijd op het einde van het op dat moment lopende script - in dat geval is de volgorde waarin de aanroepen uitgevoerd worden niet gegarandeerd. Om dit te voorkomen: .ul compact - laat [=TITLE] de scripts weer synchroon aanroepen - zet langdurige opdrachten in een apart script, die gestart wordt met het [inf:cmdref START] commando vanuit het [=TITLE] script. .. ---------------------------------------- .4 Gebruik van toetsenbord invoer omleiding .. ---------------------------------------- .an IDPNL_CONFIGURE_SCRIPT_REDIRINPUT . In het geval dat elk uitvoerbare opdracht binnen een script toetsenbord invoer nodig heeft, kunt u de inhoud van het [.IDPNL_CONFIGURE_SCRIPT_FILES xwlan.in] bestand in de [.IDPNL_PROPERTIES_PAGESCRIPT script directory] gebruiken in plaats van de toetsenbord invoer. Anders kan het script gewoon staan te wachten en nooit klaar komen tijdens het uitvoeren van opdrachten die toetsenbord invoer verwachten. .at fc=red [=NOTE] .ul compact - dit zal alleen werken bij opdrachten die *de toetsenbordbuffer niet legen* voor het accepteren van toetsenbord invoer. Opdrachten die de toetsenbordbuffer legen kunnen niet gebruikt worden in het xwlan.cmd script. .at .. ---------------------------------------- .4 Belangrijke werkdirectory overwegingen .. ---------------------------------------- .an IDPNL_CONFIGURE_SCRIPT_WORKINGDIR . Als de widget van [=TITLE] een script uitvoert, is de hoofd directory van de opstartschijf van het besturingssysteem de huidige directory. .at fc=red [=NOTE] .ul compact - het script mag de huidige directory niet wijzigen of dient het tenminste terug te wijzigen naar de vorige directory voordat het script klaar is, want anders wijzigt u de werkdirectory van de gehele *Workplace Shell*, wat tot onverwachte resultaten kan leiden. - om de huidige directory te herstellen kunnen de volgende methodes gebruikt worden .ul - in een [.IDPNL_APPENDIXSCRIPT_CMD CMD script] .ul compact - voer aan het begin het [inf:cmdref SETLOCAL] commando uit en - een het eind het [inf:cmdref ENDLOCAL] commando .el . Denk er echter om dat deze commando's niet genest uitgevoerd kunnen worden. - in een [.IDPNL_APPENDIXSCRIPT_REXX REXX script] .ul compact - voer aan het begin van de [inf:rexx SETLOCAL] functie uit en - aan het eind de [inf:rex ENDLOCAL] functie .el .el .at .. + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + .fn .an FN_VAR_EVENT . CMD script variabele: WLAN__EVENT . REXX script variabele: WLan.__EVENT Deze variabele geeft de gebeurtenis aan waarvoor het script aangeroepen wordt en heeft ‚‚n van de volgende waarden: .ul compact - CONNECT - DISCONNECT .el .. + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + .fn .an FN_VAR_PROFILENAME . CMD script variabele: WLAN__PROFILENAME . REXX script variabele: WLan.__PROFILENAME Deze variabele bevat de naam van het profiel, zoals ingevoerd op de [.IDPNL_PROFILEPROPERTIES_PAGECONNECTION] profielen instellingenpagina. Als er een verbinding met een [.IDPNL_HOTSPOT actief gebied] actief is is deze variabele leeg. .. + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + .fn .an FN_VAR_SSID . CMD script variabele: WLAN__SSID . REXX script variabele: WLan.__SSID Deze variabele bevat de [=IDT_IDTXT_SSIDCAPTION] van het toegangspunt waar het mee verbonden is. .. + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + .fn .an FN_VAR_IPCONFIG . CMD script variabele: WLAN__IPCONFIG . REXX script variabele: WLan.__IPCONFIG Deze variabele bepaalt het TCP/IP configuratie type , zoals opgegeven op de [.IDPNL_PROFILEPROPERTIES_PAGETCPIP] profielen instellingenpagina en heeft ‚‚n van de volgende waarden: .ul compact - NONE - MANUALLY - DHCP .el .. + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + .fn .an FN_VAR_IPINTERFACE . CMD script variabele: WLAN__IPINTERFACE . REXX script variabele: WLan.__IPINTERFACE Deze variabele bevat de TCP/IP interface waarmee het draadloze LAN apparaat gekoppeld is. .. + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + .fn .an FN_VAR_IPADDRESS . CMD script variabele: WLAN__IPADDRESS . REXX script variabele: WLan.__IPADDRESS Deze variabele bevat het huidige TCP/IP adres van de interface van het draadloze LAN apparaat. .. + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + .fn .an FN_VAR_IPNETMASK . CMD script variabele: WLAN__IPNETMASK . REXX script variabele: WLan.__IPNETMASK Deze variabele bevat het netwerkmasker van de interface waarvoor het draadloze LAN apparaat momenteel ingesteld is. .. + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + .fn .an FN_VAR_DRIVERNAME . CMD script variabele: WLAN__DRIVERNAME . REXX script variabele: WLan.__DRIVERNAME . Script variabele: DRIVERNAME Deze variabele bevat de naam van het draadloze LAN apparaat stuurprogramma, zoals b.v.: *PRISMC$* .. + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + .fn .an FN_VAR_DRIVERTITLE . CMD script variabele: WLAN__DRIVERTITLE . REXX script variabele: WLan.__DRIVERTITLE Deze variabele bevat de titel van uw draadloze LAN apparaat stuurprogramma, zoals b.v.: *Generic PRISM stuurprogramma voor PCMCIA/PLX kaarten* .. + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + .fn .an FN_VAR_SCRIPTDIR . CMD script variabele: WLAN__SCRIPTDIR . REXX script variabele: WLan.__SCRIPTDIR Deze variabele bevat de script directory waarin het script zich bevindt, zoals opgegeven op de [.IDPNL_PROPERTIES_PAGESCRIPT] instellingenpagina. .. ---------------------------------------- .3 Draadloze en vaste verbindingen met hetzelfde netwerk .. ---------------------------------------- .an IDPNL_CONFIGURE_HYBRID . Het is regelmatig gevraagd hoe een gebruiker met een laptop tweemaal kan verbinden naar hetzelfde (thuis) netwerk, zowel met een draadloze als een vaste verbinding tegelijkertijd. Er werd ook verwacht dat het systeem zelf automatisch zou bepalen welke van zijn twee verbindingen beschikbaar zou zijn en dynamisch tussen de twee schakelen. Als beide verbindingen beschikbaar zouden zijn dan zou het systeem automatisch de snelste nemen. *Helaas is dit niet mogelijk.* . [=TOPICS] .su 1 H50 .. ---------------------------------------- .4 voorbeeld netwerkscenario .. ---------------------------------------- .an IDPNL_CONFIGURE_HYBRID_SCENARIO . Laten we eens kijken naar een veel gebruikte netwerkopstelling, bestaande uit .ul compact - een (A)DSL router, die ook dienst doet als een draadloos LAN toegangspunt en DHCP server - een laptop met een ge‹nstalleerd en werkend draadloos LAN apparaat Het volgende is van toepassing op het scenario: .ul compact - het voorbeeld is ook van toepassing als er geen DHCP maar vaste TCP/IP adressen gebruikt zouden worden - in plaats van een DSL router of in aanvulling daarop ‚‚n of meerdere desktop PCs kunnen ook deel uitmaken van dit scenario. Ook dient in zo'n geval _elk_ van de andere netwerkonderdelen (of het een router of een andere PC is) altijd bereikbaar te zijn met behulp van een kabel of draadloos. In ons voorbeeldscenario zal de TCP/IP configuratie er als volgt uit zien: _*router/toegangspunt/DHCP server*_ .fo off lan0 192.168.1.1/255.255.255.0 .fo on _*laptop*_ .fo off bedraad lan0 192.168.1.2/255.255.255.0 draadloos lan1 192.168.1.3/255.255.255.0 standaard route naar 192.168.1.1/255.255.255.0 .fo on .at fc=red [=NOTE] .ul - in de laptop zijn zowel een bedraad als draadloze TCP/IP interface geconfigureerd voor hetzelfde TCP/IP subnetwerk (192.168.1), want ze krijgen hun configuratie van exact dezelfde DHCP server. Dit dient ook het geval te zijn als deze interfaces geconfigureerd zouden zijn met vaste TCP/IP adressen omdat beide bedoeld zijn om elk component binnen het TCP/IP subnetwerk te bereiken (hier: de router). - ondanks het feit dat de OS/2 en eComStation DHCP client slechts beperkt is tot ‚‚n DHCP geconfigureerde LAN interface, is het toch mogelijk om een tweede interface voor DHCP te configureren. Dit kan gedaan worden door allereerst dhcpcd.exe te stoppen (dhcpmon /t of be‰indigen) voordat een nieuw *dhcpstrt* verzoek voor een nieuwe DHCP lease gedaan wordt. . Dit zijn precies de acties die uitgevoerd worden door [=TITLE]. .. ---------------------------------------- .4 TCP/IP adresbereik conflict .. ---------------------------------------- .an IDPNL_CONFIGURE_HYBRID_ADDRCONFLICT . Een beperking van het TCP/IP netwerkprotocol is dat een systeem slechts ‚‚n netwerkinterface ingesteld mag hebben voor ‚‚n TCP/IP subnetwerk (in ons voorbeeldscenario: 192.168.1). Als dat niet het geval is kan de TCP/IP stapel niet langer uniek bepalen welke interface gebruikt moet worden, uit de gegeven configuratie, om TCP/IP pakketjes te versturen die binnen datzelfde TCP/IP netwerk rondgaan (zoals de router, die ingesteld is voor _192.168.1_.1). Als er meer dan ‚‚n interface ingesteld zijn voor hetzelfde subnetwerk, of eigenlijk het adresbereik van het subnetwerk, dan zijn die interfaces in conflict met elkaar. In zo'n geval zal de TCP/IP stapel zelf bepalen welke interface naar het subnetwerk gebruikt zal worden. De interface met het laagste adres heeft de voorkeur en alle overige conflicterende interfaces worden genegeerd. De verbinding met het gegeven netwerk zal werken zolang de voorkeursinterface een fysieke verbinding heeft. In ons [.IDPNL_CONFIGURE_HYBRID_SCENARIO voorbeeld] op de laptop zullen alle pakketjes op het netwerk 192.168.1 verstuurd worden via interface lan0, en lan1 volledig genegeerd. Als de gebruiker dan de netwerkkabel eruit zou trekken zal de verbinding gewoon dood zijn. Het zal niet uitmaken dat de draadloze verbinding nog steeds beschikbaar is omdat de overeenkomstige interface nog steeds genegeerd wordt. Hetzelfde probleem zal zich voordoen als de draadloze interface ingesteld is op het lagere adres. Dan zal de verbinding niet meer werken als de draadloze LAN verbinding problemen geeft, ongeacht of de bedrade interface nog beschikbaar is of niet. .. ---------------------------------------- .4 Automatisch detecteren van een TCP/IP adresbereik conflict .. ---------------------------------------- .an IDPNL_CONFIGURE_HYBRID_DETECTCONFLICT . Een mogelijk voorkomend [.IDPNL_CONFIGURE_HYBRID_ADDRCONFLICT adresbereik conflict] zoals hier beschreven zal automatisch gedetecteerd worden als de configuratie van de TCP/IP interface van het draadloze LAN apparaat uitgevoerd is met [=TITLE] of via DHCP. Om het conflict op te lossen zal de gebruiker gevraagd worden om de configuratie van ‚‚n van de twee conflicterende interfaces terug te nemen, draadloos LAN of bedraad. Dit wordt ook gebruikt als [.IDPNL_CONFIGURE_HYBRID_SOLUTION] op gebruikersverzoek. .. ---------------------------------------- .4 Schakelen tussen TCP/IP interfaces .. ---------------------------------------- .an IDPNL_CONFIGURE_HYBRID_SOLUTION . Om de [.IDPNL_CONFIGURE_HYBRID_ADDRCONFLICT] te voorkomen en een mogelijke dode verbinding, is het expliciet nodig om heen en weer te schakelen tussen de bedrade en draadloze interface. In relatie tot de TCP/IP stapel zou dit gedaan kunnen worden door het verwijderen van ‚‚n interface en het configureren van de andere, zodat er op ‚‚n bepaald moment slechts ‚‚n interface voor hetzelfde TCP/IP subnetwerk bestaat. Als er overgeschakeld wordt, dan is het ook nodig om de standaard route te verwijderen voordat er geschakeld wordt en het opnieuw leggen van een standaard route na het schakelen, omdat deze definitie gekoppeld is aan de huidig actieve interface. Ook dient de inhoud van het ARP buffer geleegd te worden om alle verbindingsinformatie weer te kunnen opbouwen, nu met gebruikmaking van de standaard route over de nieuw ingestelde interface. Dit schakelmechanisme is tot een bepaalde hoogte ondersteund door [=TITLE]. Als deze mogelijkheid benodigd is, stel het programma dan volgens de volgende instructies in: .sl compact - [.IDPNL_CONFIGURE_SWITCH] .. ---------------------------------------- .3 Schakelen tussen draadloze en bedrade verbindingen .. ---------------------------------------- .an IDPNL_CONFIGURE_SWITCH . Voer de volgende configuratiestappen uit om te kunnen schakelen tussen draadloze en bedrade verbindingen naar een opgegeven netwerk: .ul - in het *TCP/IP configuratieprogramma* .ul compact - configureer de TCP/IP interface voor een bedrade netwerk interfacekaart - configureer _niet_ de TCP/IP interface voor uw draadloze LAN apparaat .. - maak een verbindingsprofiel voor het draadloze LAN netwerk (zie [.IDPNL_CONFIG_CONFIGURE] voor details) .ul compact - op het instellingennotitieblok [.IDPNL_PROFILEPROPERTIES_PAGETCPIP] voor dit verbindingsprofiel selecteert u ‚‚n van: - *[=IDT_IDSTR_CONFIGTYPE_DHCP]* of - *[=IDT_IDSTR_CONFIGTYPE_MANUALLY]* voor de TCP/IP interface van het draadloze LAN apparaat. Als u kiest voor handmatige configuratie dient u het TCP/IP adres van de router van uw netwerk niet te vergeten, waarmee internet toegang verkregen wordt via het standaard gateway adres .. - op de instellingennotitiepagina [.IDPNL_PROPERTIES_PAGETCPIP] selecteert u optie *[=IDT_IDCHB_EXECSETUP]*, die delen van de *TCP/IP LAN configuratie* (setup.cmd) uitvoert, als de verbinding met een draadloos LAN verbroken wordt. Hierdoor zal de configuratie van de TCP/IP interfaces en de routes terug gezet worden naar de waarden die ze hadden bij het opstarten van het systeem, zodat de TCP/IP interface van de bedrade netwerk interface goed wordt ingesteld. Als het systeem op deze manier geconfigureerd wordt, zal het bij het opstarten eerst de bedrade verbinding configureren. De overschakeling tussen bedrade en draadloze interfaces zal als volgt gebeuren: _*Schakelen naar een draadloze LAN verbinding*_ Als [=TITLE] een verbinding legt met een toegangspunt van uw draadloze LAN, dan zal het automatisch de TCP/IP interface van uw draadloos LAN apparaat configureren. Het zal dan het [.IDPNL_CONFIGURE_HYBRID_ADDRCONFLICT] detecteren en een melding voor de gebruiker geven. Hierop kan gekozen worden of de configuratie van de TCP/IP interface van de draadloze of bedrade netwerk interface bewaard moet blijven. Klik op *Ja* om de configuratie van de draadloze interface te bewaren en de configuratie van de bedrade interface weg te gooien. Daarmee is de overschakeling naar de draadloze interface klaar. .at fc=red [=NOTE] .ul - om er voor te zorgen dat [=TITLE] niet per ongeluk de draadloze LAN interface configureerd en daarmee mogelijk de lopende TCP/IP gegevensoverdracht verstoord (zoals een FTP download e.d.), kunt u de radio willen uitschakelen door het *[=IDT_IDMEN_ENABLERADIO]* uit te zetten binnen het context menu van het [=TITLE] widget/venster. . U kunt het programma ook zo instellen dat de radio bij het opstarten uitstaat, dit kan door op de instellingennotitieblokpagina [.IDPNL_PROPERTIES_PAGERADIO] de optie *[=IDT_IDRBT_RADIOOFF]* te selecteren. .. - om te voorkomen dat [=TITLE] u telkens vraagt om over te schakelen naar het draadloze LAN apparaat, kunt u op de [.IDPNL_PROPERTIES_PAGETCPIP] instellingennotitieblokpagina de waarde voor optie *[=IDT_IDTXT_CONFLRESOLVE]* instellen op *[=IDT_IDSTR_CONFLRESOLVE_AUTO]*. _*Schakelen naar een bedrade verbinding*_ Om terug te schakelen naar de bedrade verbinding kiest u op het context menu van het [=TITLE] widget/venster ‚‚n de volgende: .ul compact - selecteer *[=IDT_IDMEN_ENABLERADIO]* om de radio aan te zetten - selecteer *[=IDT_IDMEN_IPCFG]* - *[=IDT_IDMEN_IPCFG_UNCONFIG]* Als u daarna terug wilt schakelen naar de draadloze verbinding, selecteert u: .ul compact - deselecteer *[=IDT_IDMEN_ENABLERADIO]* om de radio uit te zetten - *[=IDT_IDMEN_IPCFG]* - *[=IDT_IDMEN_IPCFG_CONFIG]* Om deze stap te vergemakkelijken kunt u op de instellingennotitieblokpagina [.IDPNL_PROPERTIES_PAGEMOUSE] de waarde voor de optie *[=IDT_IDTXT_MB1DBLCLICK]* instellen op ‚‚n van deze .ul compact - *[=IDT_IDSTR_MB1DBL_ENABLERADIO]* - *[=IDT_IDSTR_MB1DBL_DISABLETCPIP]* Daarna is een simpele dubbelklik op het [=TITLE] widgte/venster voldoende om te schakelen tussen bedrade en draadloze interfaces. .at fc=red [=NOTE] .ul compact - Zorg er voor dat u bij ‚‚n methode blijft, ofwel (de)activeren van de radio ofwel het deactiveren en opnieuw configureren van de TCP/IP interface. Als u deze methodes door elkaar gaat gebruiken zal het heen en weer schakelen in veel gevallen niet werken. .. ### TODO (remove this comment line after translation) .. ---------------------------------------- .3 Configuring the DHCP Client .. ---------------------------------------- .an IDPNL_CONFIGURE_DHCP . The DHCP client is configured by the [=TITLE], when .ol compact - configuration of the DHCP client is activated in the [.IDPNL_PROPERTIES_PAGETCPIP2 properties] of the program and - the corresponding options are selected within the [.IDPNL_PROFILEPROPERTIES_PAGETCPIP connection profile] [=TOPICS] .su H50 .. ---------------------------------------- .4 DHCP Options .. ---------------------------------------- .an IDPNL_CONFIGURE_DHCP_OPTIONS . .. NOTE: Please DO NOT translate the comments for the DHCP options! The following DHCP options are configured by the [=TITLE], when the configuration of the DHCP Client is activated in the [.IDPNL_PROPERTIES_PAGETCPIP2 TCP/IP Properties]. Always requested are the following options: .fo off option 1 ## request Subnet Mask option 3 ## request Router (Gateway) option 26 ## request MTU size option 28 ## request Broadcast Address .fo on The following options are either requested with the statement *option*, or rejected witht the statement *reject*, depending on the value of the respective TCP/IP property of the [.IDPNL_PROFILEPROPERTIES_PAGETCPIP connection profile]: *[=IDT_IDCHB_OPTIONDNS]* .fo off option 6 ## request Domain Name Server option 15 ## request Domain Name .fo on .. *[=IDT_IDCHB_OPTIONSTATICROUTES]* .fo off option 33 ## request Static Routes .fo on *[=IDT_IDCHB_OPTIONHOSTNAME]* .fo off option 12 "hostname" ## provide hostname .fo on where #hostname# is replaced with the value of the evironment variable HOSTNAME. As this option is only provided to the DHCP Server, and never returned to the client, it is either requested, or does not appear at all in the configuration file. .. ---------------------------------------- .4 writing the DHCP client configuration file .. ---------------------------------------- .an IDPNL_CONFIGURE_DHCP_WRITE . Before every request of a DHCP lease, the [=TITLE] restarts the DHCP Client Deamon. Before that, and if the configuration of the DHCP client is enabled in the properties of the [=TITLE], the DHCP client configuration file *%etc%\dhcpcd.cfg* is being checked, and, if not containing the exact required content, gets overwritten. All changes that may have been applied before manually, get lost by that. When writing the file, the [=TITLE] attaches an extended attribute named *XWLAN.DHCPCFG* to it. Therfore it can determine, if creating a backup is required before overwriting it. . On the first write of the file, the file will not carry the extended attribute. Then a backup copy is stored under the name of *%etc%\dhcpcd.bak*, overwriting an existing file with that name. .at fc=red [=NOTE] .ul compact - if the configuration of the DHCP client is not enabled, the DHCP client is used with the currently existing configuration file. - the backup file is not restored automatically, if the configuration by the [=TITLE] was activated and then is deactivated. .at .... ---------------------------------------- ...2 Beperkingen .... ---------------------------------------- ...an IDPNL_LIMITATIONS ... ..De huidige versie van [=TITLE] heeft de volgende beperkingen: ...ul .. ################ .include history.nld .. ################ .. ################ .. #.. ---------------------------------------- .. #.3 Unver”ffentlichte Version .. #.. ---------------------------------------- .. #.an IDPNL_REVISION_UNRELEASED .. #. .. ################ .. ---------------------------------------- .3 Version 3.12 .. ---------------------------------------- .an IDPNL_REVISION_312 . _*New:*_ .ul - Now uses 'Internet Systems Consortium DHCP Distribution Version 3.1-ESV-R3' dhcp client instead OS/2 dhcp daemon (yum install dhclient.i386) - Tested with WPA supplicant v2.0 and v2.2 (wpa__supplicant v2.2 (eCS-v1) included) - Check for installed version of dhclient.exe and wpa__supplicant.exe. This are also shown at the corresponding pages in the settings dialog - Beep when connection is established and with DHCP problems can be suppressed ([.IDT_IDCHB_DHCLIENTBEEP Audible alerts from DHCLIENT]) - dhclient.exe can write to log file if selected instead VIO window only ([.IDPNL_PROPERTIES_PAGETCPIP2]) - Unlock files during installation (fixed unlock.exe included) - Readme.txt und ifc2.cmd script added - Path info for wpa__supplicant is shown in property dialog now (##23) - Option to override lan interface number for dhclient (Genmac bug when fxwrap.sys and switch.os2 are installed) - 'wpa__supplicant reassociate' after connection drop (experimental feature) _*Fixed:*_ .ul - Empty connection listbox when too many connections are available - Deleting routes and adding afterwards when switching between WLAN and LAN works reliable now and is independant from dhcp daemon timing - Sporadic crash when deleting routes - Crash with damaged profile data (Name of damaged profile will be marked as 'damaged') - DHCP now works even with more than on DHCP server (thanks ISC dhclient) - Blocking xcenter/WPS in some situations by dhclient.exe process - Locked files are automatically unlocked during installation - Logging setting for dhclient not saved (##14) - Various dialogs are made bigger to prevent text cropping with systems using big default fonts - wpa__supplicant starts now in wider window .. ---------------------------------------- .3 Version 3.11 (limited user group) .. ---------------------------------------- .an IDPNL_REVISION_311 . _*Nieuw:*_ .ul .. ### TODO (remove this comment line after translation) - modified code to not check for a TCP/IP address range conflict, while the TCP/IP interface of the Wireless LAN device is set to a LLA compliant address (169.254/16) - added [.IDPNL_MOUSEACTIONS mouse actions] for opening the properties notebook, the scan or the profile dialog. - added [.IDPNL_PROPERTIES_PAGEMOUSE mouse properties], determining the mouse actions for double-click events when Shift-, Ctrl- or Alt-Key is pressed - added new [.IDPNL_PROPERTIES_PAGETCPIP2 global] and [.IDPNL_PROFILEPROPERTIES_PAGETCPIP profile] properties for configuration of the [.IDPNL_CONFIGURE_DHCP DHCP client] - fixed error in GenMac module preventing from using WPA encryption with certain drivers - added new [.IDPNL_PROFILEPROPERTIES_PAGEAUTOSTART] page for the connection profile - fixed bug that took a lot of time to add the router name to long host files _*Online Help:*_ .ul compact - [.IDPNL_PROPERTIES_PAGEMOUSE]: added information on new mouse properties and actions - [.IDPNL_PROPERTIES_PAGETCPIP2]: added new panel for DHCP properties - [.IDPNL_PROFILEPROPERTIES_PAGETCPIP]: added new panel for DHCP properties - [.IDPNL_CONFIGURE_DHCP]: added panel on DHCP configuration - [.IDPNL_PROFILEPROPERTIES_PAGEAUTOSTART]: added panel for new autostart properties of the connection profile - [.IDPNL_CONFIGURE_SCRIPT_CMD]: added missing link to [.FN_VAR_IPADDRESS WLAN__IPADDRESS] - [.IDPNL_CONFIGURE_SCRIPT_REXX]: added missing link to [.FN_VAR_IPADDRESS WLan.__IPADDRESS] .. ---------------------------------------- .3 Versie 3.10 .. ---------------------------------------- .an IDPNL_REVISION_310 . _*Nieuw:*_ .ul - code toegevoegd om LLA geldige adressen (169.254/16) in te stellen voor de TCP/IP interface van de draadloze netwerk interface, na het uitschakelen van een draadloze LAN interface. Dit voorkomt problemen bij het gebruik van het *NetBIOS over TCP/IP* netwerkprotocol. Deze mogelijkheid kan uitgeschakeld worden op de [.IDPNL_PROPERTIES_PAGETCPIP] instellingenpagina. - nieuwe [.IDPNL_MOUSEACTIONS] toegevoegd, het vasthouden van ‚‚n of meerdere shift toetsen tijdens het dubbelklikken van het widget met muisknop ‚‚n zal bepaalde dialogen openen of bepaalde acties uitvoeren. - een nieuwe eigenschappenpagina [.IDPNL_PROPERTIES_PAGEWPASUPP] toegevoegd en een bijbehorend submenu *[=IDT_IDMEN_WPASUPP]*, de mogelijkheid biedend om de WPA Supplicant zichtbaar te maken en het debugniveau daarvan te bepalen. - De prioriteit van WPA Supplicant is verhoogd naar "Server voorgrond", zodat de periodieke WPA sleuteluitwisseling in de meeste gevallen werkt, zelfs als CPU-intensieve programma's actief zijn. Het onderdeel *[=IDT_IDMEN_WPASUPP_RECFG]* in het *[=IDT_IDMEN_WPASUPP]* menu biedt de mogelijkheid om opnieuw te verbinden met de WPA Supplicant, in het geval dat de sleuteluitwisseling nog steeds verbroken is. - onderdeel *[=IDT_IDMEN_IPCFG_PING]* toegevoegd aan het *[=IDT_IDMEN_IPCFG]* menu - toegevoegd [.IDPNL_PROPERTIES_PAGETCPIP TCP/IP eigenschappen] *[=IDT_IDCHB_GATEWAYNAME]* en *[=IDT_IDTXT_GATEWAYNAME]* om het toevoegen van de draadloze LAN router aan het %ETC%\hosts bestand mogelijk te maken, zodat het altijd onder dezelfde naam te bereiken is. - Dialoog [.IDPNL_PROFILE] hernoemd en aangepast, nu kan er een connectieprofiel geselecteerd worden vanuit deze dialoog. - de [.IDPNL_HOTSPOT_SCAN Scan-dialoog] uitgebreidt, zodat het afgesloten kan worden met de Escape toets. _*Opgelost:*_ .ul - probleem opgelost in de GenMac Stuurprogramma Interface Module, waarbij soms meer dan 100% signaalsterkte gemeldt wordt - probleem opgelost in de WPA Supplicant die de verbinding met een toegangspunt zou vertragen, bij het gebruik van bepaalde GenMac stuurprogramma's - probleem opgelost om een verbinding met een toegangspunt met het GenPrism stuurprogramma te voorkomen, zonder gebruik van versleuteling. - de DHCP client deamon wordt nu gestopt als de radio uitgeschakeld wordt en de TCP/IP interface van het draadloze LAN apparaat ingesteld was voor DHCP. Dit biedt een correcte [.IDPNL_CONFIGURE_SWITCH]. - [.IDPNL_PROFILEPROPERTIES_PAGESECURITY WEP sleutels] invoeren in hexadecimaal formaat kan nu ook voorafgegaan worden door een *0X* (hoofdletter x) - [=TITLE] zal niet meer fout gaan als de [=IDT_IDTXT_WPAPSK] eigenschap opgegeven op de [.IDPNL_PROFILEPROPERTIES_PAGESECURITY] pagina voor *[=IDT_IDSTR_WEPMODE_WPA_PSK]* of *[=IDT_IDSTR_WEPMODE_WPA2_PSK]* langer is dan 43 karakters (maximale lengte is 63 karakters) - DHCP afhandeling gewijzigd, versturen van dubbele DHCP verzoeken voorkomend - probleem opgelost om een verbinding met een toegangspunt met het GenPrism stuurprogramma te voorkomen, zonder gebruik van versleuteling, in bepaalde gevallen. _*Online Help:*_ .ul compact - [.IDPNL_MOUSEACTIONS]: added information on new mouse actions - [.IDPNL_PROPERTIES_PAGETCPIP]: added information about new properties *[=IDT_IDCHB_GATEWAYNAME]* and *[=IDT_IDTXT_GATEWAYNAME]* - [.IDPNL_PROPERTIES_PAGEWPASUPP]: added new properties page - [.IDPNL_PROFILE]: reworked panel and added information on new pushbutton *[=IDT_IDPBS_SELECTPROFILE]* .. ---------------------------------------- .3 Versie 3.00 .. ---------------------------------------- .an IDPNL_REVISION_300 . _*New:*_ .ul - WPA- and WPA2 encryption is now supported for [.IDPNL_PREREQUISITES GenMac] compatible Wireless LAN devices - the TCP/IP interface of the WLAN device is now unconfigured on startup when radio is being disabled automatically on startup and the TCP/IP interface is configured at that point of time - when the TCP/IP interface of the Wireless LAN device is determined [.IDPNL_PROFILEPROPERTIES_PAGETCPIP manually], within the dialog for [.IDPNL_PROFILEPROPERTIES_CONFIGMORETCPIP more TCP/IP options] the size of the MTU can be configured, especially for DSL connections - new [.IDPNL_PROPERTIES_PAGETCPIP TCP/IP property] *[=IDT_IDCHB_TRIGGERWAN]* was added - new value *[=IDT_IDSTR_CONFLRESOLVE_AUTO]* was added for the [.IDPNL_PROPERTIES_PAGETCPIP TCP/IP property] *[=IDT_IDTXT_CONFLRESOLVE]*. This was required for [.IDPNL_CONFIGURE_SWITCH] _*Fixed:*_ .ul - the TCP/IP interface of the WLAN device is now properly resumed for static configuration when radio is reenabled - the [.IDPNL_CONFIGURE_SCRIPT script call on connect event] is now called after the TCP/IP interface is available - the calculation scheme of signal strength in percent in the GenMac Driver Interface Module (DIM) has been corrected - when TCP/IP address range conflicts occurr during a [.IDPNL_CONFIGURE_HYBRID switch from a wireless to a cabled connection to the same network or vice versa], the existing routes for the TCP/IP interface to be deconfigured will now be deleted and afterwards be reconfigured for the remaining TCP/IP interface. _*Online Help:*_ .ul compact - [.IDPNL_MAIN]: added note on WPA supplicant - [.IDPNL_PREREQUISITES]: added information requirements for WPA encryption - [.IDPNL_PROFILEPROPERTIES_PAGESECURITY]: added information on WPA encryption - [.IDPNL_PROPERTIES_PAGETCPIP]: added information about new property *[=IDT_IDCHB_TRIGGERWAN]* - [.IDPNL_PROPERTIES_PAGETCPIP]: added information about property *[=IDT_IDTXT_CONFLRESOLVE]* - [.IDPNL_CONFIGURE_SECURITY]: added information on WPA encryption - [.IDPNL_PROFILEPROPERTIES_PAGETCPIP]: added information on cofiguration of MTU - [.IDPNL_CONFIGURE_SCRIPT]: corrected information on execution of scripts - [.IDPNL_CONFIGURE_SWITCH]: changed recommendation for to set property *[=IDT_IDTXT_CONFLRESOLVE]* from *[=IDT_IDSTR_CONFLRESOLVE_KEEPOTHER]* to *[=IDT_IDSTR_CONFLRESOLVE_AUTO]* - [.IDPNL_LIMITATIONS]: reworked - [.IDPNL_CREDITS_GENERAL]: added several credits .. ################ .include trademarks.nld .. ################ .. ============================================================================= .2 Dank .. ============================================================================= .an IDPNL_CREDITS . [=TOPICS] .su V30 .. ---------------------------------------- .3 Algemene dank .. ---------------------------------------- .an IDPNL_CREDITS_GENERAL . Dank gaat uit naar: .ul - Jouni Malinen [mailto:jkmaline@cc.hut.fi] voor het maken van .sl - [http://hostap.epitest.fi WPA Supplicant] .el - Jonas Buys voor het controleren van [=TITLE] - Robert Lalla voor de help bij het corrigeren van het berekenschema van de signaalsterkte in procenten binnen de GenMac stuurprogramma interface module (DIM) - Hermann Ulrichsk”tter voor het testen van de GenMac stuurprogramma interface module en het oplossen van een probleen daarin, alsook voor het geven van suggesties voor de uitbreiding van de online help - Thorolf Godawa voor het testen van de GenMac stuurprogramma interface module en het melden van fouten .. ---------------------------------------- .3 Dank aan de vertalers .. ---------------------------------------- .an IDPNL_CREDITS_TRANSLATORS . De volgende mensen hebben ondersteuning geleverd aan [=TITLE] door het vertalen in de respectievelijke taal: .pl tsize=15 break=none - *Taal* = *Vertaler* - Duits = Christian Langanke [mailto:cla@clanganke.de] - Zweeds = Bj”rn S”derstr”m [mailto:bjorso@bjorso.com] .. - French .. = Guillaume Gay [mailto:guillaume.gay@bigfoot.com] - Italiaans = Gabriele Gamba [mailto:ggamba@tiscali.it] - Nederlands = Jan van der Heide [mailto:j.van.der.heide@hccnet.nl] .. ============================================================================= .2 Appendix: voorbeeldscripts .. ============================================================================= .an IDPNL_APPENDIXSCRIPT . [=TOPICS] .su V30 .. ---------------------------------------- .3 Voorbeeld CMD Script .. ---------------------------------------- .an IDPNL_APPENDIXSCRIPT_CMD .fo off .textinclude xwlancmd.cmd .fo on .. ---------------------------------------- .3 Voorbeeld REXX Script .. ---------------------------------------- .an IDPNL_APPENDIXSCRIPT_REXX .fo off .textinclude xwlanrx.cmd .fo on .. ============================================================================= .2 Appendix: zelf gedefinieerde statussymbolen gebruiken .. ============================================================================= .an IDPNL_APPENDIXOWNBITMAPS .in __dragdrop . Gebruiker gedefinieerde raster afbeeldingen dienen aangeboden te worden als raster afbeeldingsbestanden in een map waarbinnen deze bestanden een bepaalde naamschema dienen te volgen. Vervolgens dient die map [.IDPNL_CHANGEBITMAPS geladen] te worden in [=TITLE]. Het is niet echt nodig om voor alle statussymbolen een raster afbeeldingsbestand te maken in zo'n map. In zo'n geval worden de symbolen die overeenkomen met de ontbrekende bestanden niet gewijzigd. De bestanden in de map dienen raster afbeeldingen in het formaat 16x16 en/of 20x20 pixels te zijn, waarbij de te gebruiken raster afbeelding voor weergave als symbool bepaald wordt aan de hand van .ul compact - de raster afbeelding(en) in het bestand en - de [.IDPNL_PROPERTIES_PAGEDISPLAY ingestelde grootte] (16x16 of 20x20 pixel) Als een raster afbeeldingsbestand door de gebruiker aangeboden wordt als statussymbool en die bevat geen raster afbeelding in het gekozen formaat, zal/zullen (‚‚n van) de bestaande raster afbeelding(en) geschaald worden naar het gekozen formaat. Omdat de ingebouwde Presentatie Manager functie daarvoor gebruikt wordt kan het er lelijk uitzien, dus zal het een betere optie zijn om een raster afbeelding aan te bieden in het gewenste formaat. verder dienen de raster afbeeldingen de volgende bestandsnamen te hebben om gebruikt te kunnen worden . (voor betere ori‰ntatie worden de standaard symbolen hier getoond): .pl break=none tsize=5 - .bi wlan-nocard.bmp = NoCard.bmp - .bi wlan-nodriver.bmp = NoDriver.bmp - .bi wlan-disabled.bmp = Disabled.bmp - .bi wlan-ipdisabled.bmp = IpDisabled.bmp - .bi wlan-nonet.bmp = NotConnected.bmp - .bi wlan-searching.bmp = Searching.bmp - .bi wlan-scanning.bmp = Scanning.bmp - .bi wlan-configuring.bmp = Configuring.bmp - .bi wlan-script.bmp = Script.bmp - .bi wlan-100.bmp = Connected100.bmp - .bi wlan-80.bmp = Connected80.bmp - .bi wlan-60.bmp = Connected60.bmp - .bi wlan-40.bmp = Connected40.bmp - .bi wlan-20.bmp = Connected20.bmp - .bi wlan-nodataaccess.bmp = NoDataAccess.bmp